United States or Greenland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij herinnert aan onze Koolmees, maar is dadelijk kenbaar aan zijn zeer krachtigen snavel, welke veel op dien van een Valk gelijkt, hoewel de haak en de tand aan den bovensnavel minder sterk ontwikkeld zijn. De kleur van de veeren is bij beide geslachten nagenoeg gelijk.

Een smalle zoom aan den wortel van den bovensnavel, het voorste deel van de kruin en een met beide plekken samenhangende, breede teugel- en oorstreep, benevens een zeer breede dwarsband over den krop zijn zwart.

De spits van den bovensnavel is sterk haakvormig over die van den ondersnavel heen gebogen; de korte loop draagt lange teenen, die met groote zwemvliezen voorzien zijn; de vleugels zijn lang of zeer lang en dan voorbeeldeloos smal; de korte staart is recht afgesneden, zwak afgerond of gaffelvormig, het vederenkleed zeer dicht en meestal somber van kleur.

Hun belangrijkste kenmerk is de zijdelings samengedrukte, hooge snavel, welks rug tot een scherpen kam is uitgegroeid. De bovensnavel is van binnen hol, d. w. z. evenals bij de Pepervreters en Neushoornvogel uit zeer dunwandige hokjes samengesteld.

Hoewel vruchten en zaden haar voornaamste voedsel uitmaken, eten zij ook wel kleine knollen en bollen, die zij met den langen, gekromden bovensnavel zeer behendig uit den grond graven; ook gebruiken zij wel paddestoelen en verzwelgen tevens, gelijk de Hoenderen doen, kleine of middelmatig groote stukken kwarts, stellig met dezelfde bedoeling als andere zaadetende Vogels, n.l. om het fijnmaken van het voedsel door de spiermaag te bevorderen.

Het soortenrijkste geslacht van de geheele onderfamilie is dat der Meeuwen i.e.z. Deze hebben een forschen snavel zonder washuid en met haakvormige spits, langwerpige, spleetvormige neusgaten in 't midden van den bovensnavel; de eerste handpen is de langste, de staart recht afgesneden, de loop bijna zoo lang als de middelste teen; de achterteen is aanwezig.

Het oog is vuil lichtrood, de bovensnavel op den rug bruingrijs, aan den rand menierood evenals de ondersnavel, de voet bruinachtig groen. Totale lengte 29, staartlengte 6 cM. Noord en Middel Europa benevens Middel-Azië, oostwaarts tot bij den Amoer, zijn het vaderland van de Waterral.

Vermeldenswaardig is de aanwezigheid van een "washuid", d.i. van een onbevederd, maar toch niet hoornachtig, door den naam voldoende gekarakteriseerd gedeelte, dat als een zadel op den wortel van den bovensnavel ligt en, behalve bij de Papegaaien, alleen nog bij de Dagroofvogels en de Uilen voorkomt.

Haar romp is forsch gebouwd, de kop klein, de snavel betrekkelijk kort, maar stevig en dik, slechts van voren zijdelings samengedrukt, de bovensnavel aan den wortelhelft met een washuid bekleed, aan de spits sterk gewelfd en haakvormig naar beneden gekromd, de onderkaak hoekig uitgebogen.

Hij is groot, plat, aan den wortel zeer breed, breeder dan het voorhoofd, aan de spits haakvorming gebogen en geheel en al hoornachtig; de beide kaken zijn ongeveer even lang, glad, d. w. z. ongetand, aan de randen onbevederd; de neusgaten zijn niet op het midden, maar dicht bij den wortel van den bovensnavel gelegen en gedeeltelijk onder de veeren van het voorhoofd verborgen.