Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
Zijn snavel is zeer dik, de lengte overtreft de breedte en de hoogte slechts weinig; de bovensnavel is bij het begin van den snavelrug plat en aan de zijden door een boogvormig naar achteren gerichte lijn van den voorkop afgescheiden; de ondersnavel is zeer breed; de vleugels zijn middelmatig lang, de staart is kort en afgerond.
De schouder- en staartwortelveeren zijn wit met gelen weerschijn, de slagpennen en vleugeldekveeren zwart, alle met gelen zoom. Het oog is bruin, de bovensnavel donkerbruin, de ondersnavel blauwachtig grijs, de poot lichtblauw. De Bobolink is in Noord-Amerika een zomervogel, die zeer geregeld komt en vertrekt.
Daar de spits van den bovensnavel die van den ondersnavel omsluit, kan de geheele spits gemakkelijker in den grond gestoken worden. Men ontmoet ze bijna altijd afzonderlijk; tot troepen of talrijke zwermen vereenigen zij zich nooit; zelfs op den trek reizen zij alleen. In den paartijd hoort men dikwijls haar stem en de mannetjes vertoonen dan dikwijls opmerkelijke vliegkunstjes.
De bovendeelen zijn grootendeels zwartbruin; met roestkleurige randen om de veeren; de staartwortel is rood, de borst roestbruin; de onderdeelen zijn overigens wit. De zeer korte snavel is wasgeel, de neusgaten zijn met stijve borstelveeren bedekt. Totale lengte 13, staartlengte 6.5 cM. Het oog is donkerbruin, de bovensnavel hoornblauw, de ondersnavel geel, de voet grijsbruin.
De iris is donkerbruin, de bovensnavel dofbruin, de ondersnavel lichtbruin, de voet bruinachtig. De lengte van het geheele dier bedraagt 15, die van den staart 6 cM. Men heeft den Graspieper in de geheele noordelijke helft van Europa en in het grootste deel van Noord-Azië broedend waargenomen en gedurende den winter in Zuid-Europa, Zuidwest-Azië en Noord-Afrika gezien.
De snavel is kort en plat, aan den wortel breeder dan aan de spits, dus bijna driehoekig; de spits van den bovensnavel is een weinig over die van den ondersnavel heen gekromd; de mondspleet strekt zich tot bij de oogen uit; de pooten zijn kort, zwak en met kleine nagels voorzien, de vleugels lang, smal en scherp; de hand en de voorarm dragen ieder negen slagpennen, van welke de eerste alle overige in lengte overtreft; de staart is altijd gaffelvormig, soms zeer diep uitgesneden; de veeren zijn kort, liggen dicht tegen het lichaam aan en hebben aan de bovendeelen meestal een metaalachtigen glans.
Onze Kwartel is aan de bovenzijde bruin met roestgele dwarse en overlangsche strepen, op den kop donkerder dan op den rug; de keel is roestbruin, de krop roestgeel, het midden van den buik geelachtig wit; de zijden van borst en buik zijn roestrood, met lichtgele overlangsche strepen; een lichtgeelbruine streep, die aan den wortel van den bovensnavel begint, loopt boven het oog langs, bij den hals naar beneden en omsluit de keel; hier echter is zij begrensd door twee smalle, donkerbruine banden; de handpennen hebben op zwartachtig bruinen grond roodachtig roestgele dwarsvlekken, die samen banden vormen; de eerste handpen is op de buitenvlag versierd met een smallen, geelachtigen zoom; de roestgele stuurpennen hebben witte schaften en zwarte tot dwarsbanden vereenigde vlekken.
Over den bouw van dezen snavel geven wij het woord aan Burmeister: "Op den bovensnavel van de Papegaaien merkt men een wel is waar smalle, maar toch scherp aangeduide rugstrook op, van welke naar weerskanten de matig gewelfde zijstukken dakvormig naar beneden loopen.
Hun snavel is zeer forsch, dik, zijdelings samengedrukt, aan de zijranden boogvormig uitgesneden, de smalle rug van den bovensnavel afgerond, in een lange spits eindigend en flauw haakvormig naar beneden gebogen; de ondersnavel die den bovensnavel in stevigheid overtreft, is op soortgelijke wijze als deze, maar in tegenovergestelde richting, n.l. bovenwaarts, gebogen en kruist hem dus, nu eens aan de linker, dan weer aan de rechterzijde.
Zijn snavel is namelijk geheel anders dan die van de overige Papegaaien, middelmatig dik, slank en veel langer dan hoog, de bovensnavel wel tweemaal zoo lang als de ondersnavel en zeer weinig gebogen, zijn lange, smaller uitloopende spits steekt bijna horizontaal vooruit.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek