United States or Niger ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bovendien is hij donkerder van kleur: De bovendeelen zijn geelachtig grijs, op de kruin en den rug met bruinzwarte, breede, op den staartwortel met langwerpige vlekken geteekend; de onderzijde is geelachtig wit en heeft op de borst scherpe, bruine schaftvlekken; de buitenste stuurpen is wit met grijsbruinen binnenkant; de tweede stuurpen heeft een witten buitenrand en een witachtige, wigvormige vlek op de binnenvlag.

De bovendeelen zijn glinsterend grijsgroen, de onderdeelen bruinachtig zwart, evenals ook de kleine kuif en de andere veeren van den kop. Hun vaderland is Bogota. De veeren zijn ook bij deze Vogels tamelijk dof van kleur. De veeren van de bovenzijde zijn dof metaalachtig groen, die van de onderdeelen roodachtig grijs. Hij bewoont Noord-Brazilië en Guyana.

Het kleed is goed gevuld, glad aanliggend en wijdbaardig, maar toch hard; de kleuren van de bovendeelen hebben een staalachtigen, die van de onderdeelen een zijdeachtigen glans. De veeren van den achterkop zijn tot een kleine kuif verlengd. De iris is donkerbruin, de snavel zwart, de wortel van den ondersnavel rood, de kleine voet lakrood.

De vleugels zijn klein, smal, van achteren met afgeronde, korte spitsen; de staart bestaat uit 16 pennen en is zeer kort; het vederenkleed is op de bovendeelen dicht, hard en glad aanliggend, op de onderdeelen vachtvormig en uit iets langere veeren samengesteld, alle bekleedingsveeren zijn losbaardig.

Met inbegrip van den ongeveer 5 cM. langen staart kan hij een lengte van nagenoeg 30 cM. bereiken. De bovendeelen zijn grootendeels roodachtig geel met grijsbruin gemengd. Lichter, n.l. roestkleurig geel, zijn de zijden van den kop, een streepje onder het oor, een vlek op den schouder en een kleinere vlek achter den oksel.

De kop en de nek, de keel en de gorgel zijn donker bruinachtig zwart; achter het oor bevindt zich een dooiergele, langwerpig eivormige, overlangs gerichte vlek, die door een smalle streep aan de zijde van den hals verbonden is met de eveneens dooiergele voorvlakte van den hals; de gestreept leikleurig grauwe bovendeelen zijn van de grootendeels witte onderdeelen gescheiden door een smallen, zwarten band, die zich langs de zijden van den dooiergelen hals en de eenigszins geelachtigen bovenborst uitstrekt; de vleugels zijn overlangs bandvormig geteekend.

De naam "Buidelbeer" is goed gekozen, daar de Koala zoowel door zijn gestalte, als door zijn gang en zijn geheele houding duidelijk aan den jongen Beer herinnert. Zijn lengte bedraagt ongeveer 60 cM., de schofthoogte ongeveer de helft. De kleur van de bovendeelen is roodachtig aschgrauw, die van de onderdeelen geelachtig wit; de buitenzijde van de ooren is zwartachtig grijs.

De oogen zijn wit, de snavel en de pooten zwart. Beide soorten volgen zooveel mogelijk de kudden van Runderen en Schapen of houden zich op daar waar dit vee gegraasd heeft. Alle bovendeelen en de hals tot aan de borst zijn purperblauw met een prachtigen, violetten weerschijn, de borst en de buik daarentegen wit, de slagpennen zwartachtig bruin, aan de buitenzijde met violetten rand.

De bovendeelen zijn olijfbruin met donkerbruine vlekken, met uitzondering van den bruinachtigen nek en den roestbruinen staartwortel; de kop is versierd met drie zwartachtige en twee lichtgele, overlangsche strepen; de hals, de keel en het onderlijf zijn zuiver wit, de borst, de flanken en de onderdekvederen van den staart roestgeel, de slagpennen grauwzwart, aan de buitenvlag met roestgelen zoom, de middelste staartvederen roestbruin, de overige grijsbruinachtig met witten rand aan de spits, die hoogerop met een zwarte, hartvormige vlek geteekend is.

De iris is bruin, de poot grijsachtig blauw, de snavel blauwachtig. In het winterkleed zijn de bovendeelen en de beide middelste staartveeren kaneelkleurig kastanjebruin; de overige veeren daarentegen hebben de kleuren van het prachtkleed behouden. De totale lengte is 37 cM., de lengte van de beide middelste staartveeren 28, die van de volgende pennen van den wigvormigen staart 9 cM.