Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
Hij is 13.5 cM. lang. De veeren van de bovenzijde zijn olijfbruin, op den kop met kleine, rondachtige, op den mantel en de schouders met breede, pijlvormige, bruinzwarte vlekken geteekend; de onderdeelen zijn bijna roestgeel, de kin, de keel, de onderborst en het middenste gedeelte van den buik zijn lichter van kleur en zweemen naar wit, op den kop met fijne, donkere schaftstreepen, op de onderdekvederen van den staart met breede, uitvloeiende schaftvlekken geteekend; de slagpennen zijn zwartachtig bruin met smalle olijfgrauwe zijkanten, die naar achteren breeder worden, de stuurpennen donkergroenachtig bruingrijs, met lichter gekleurden zoom en gewoonlijk met donkerder dwarsbanden.
Bovendien is hij donkerder van kleur: De bovendeelen zijn geelachtig grijs, op de kruin en den rug met bruinzwarte, breede, op den staartwortel met langwerpige vlekken geteekend; de onderzijde is geelachtig wit en heeft op de borst scherpe, bruine schaftvlekken; de buitenste stuurpen is wit met grijsbruinen binnenkant; de tweede stuurpen heeft een witten buitenrand en een witachtige, wigvormige vlek op de binnenvlag.
De bovendeelen zijn grijsbruin, de nek en de zijden van den hals zuiverder grijs, de mantel en de schouders met breede, donkerbruine schaftvlekken geteekend; de veeren van kin en keel zijn wit met een zwarten eindzoom, de overige onderdeelen bruinachtig grijs, de zijden roestrood, de slagpennen en hunne dekveeren bruinzwart, de stuurpennen zwartbruin aan de buitenzijde vaalbruin gezoomd, aan het einde van de binnenvlag roestkleurig witachtig.
In 't zomerkleed zijn de onderdeelen wit met scherpe, zwarte schaftstrepen en een groot, zwart schild op de onderborst en den buik; de bovendeelen hebben een roestroode kleur met zwarte schaftvlekken. In het winterkleed is de onderzijde witachtig, de bovenzijde aschgrauw met zeer fijne, donkere schaftstrepen.
De bovendeelen zijn dof olijfgroen, welke kleur op de buitenzoomen der zwarte slagpennen in dof groenblauw overgaat; de veeren van het voorste en bovenste deel van den kop zijn karmijnrood, die van den achterkop zwart; zwart zijn ook de zijden van den kop met uitzondering van twee zwavelgele strepen, een smalle boven en een breede onder het oog; de eveneens zwavelgele plek op kin en keel is van achteren begrensd door een donker karmijnroode dwarsband, waarop weder een oranjegele band volgt; de overige onderdeelen zijn geelachtig wit, met breede, donker appelgroene, overlangsche schaftvlekken geteekend.
De bovenzijde is bruin- of grauwzwart met witachtige vederkanten, de onderzijde heeft dezelfde kleur met uitzondering van kin en buik, die wit zijn; de staart is aschgrauw; de bovendekveeren van den staart zijn zwart met witten top, de onderdekveeren wit met lange, donkere schaftvlekken. Het zomerkleed is bruinachtiger.
De snavel is langer dan de kop en flauw benedenwaarts gebogen, de loop langer dan de middelteen met den nagel; de snavel en de loop zijn zwart, de staartwortel en de bovendekveeren van den staart zwart of donkerbruin; de staart is dubbel uitgesneden en heeft de beide middelste veeren lang toegespitst; de borst en de krop zijn sterk bezet met donkere schaftvlekken.
De voorkop, een streep boven de oogen, de kin en de keel zijn lichtgeel, een dwarsstreep op den achterkop, die aan weerszijden boven de slapen als een op een hoorn gelijkend bundeltje veeren eindigt, de teugel en de oorstreek benevens een breed, halvemaanvormig kropschild zijn zwart, de bovenkop, de achterhals en de bovendekveeren van den vleugel zijn teer wijnroodachtig, de overige bovendeelen aardbruin en met donkere schaftvlekken geteekend, de onderdeelen wit, in de flanken wijnroodachtig, de schenkels met donkere overlangsche streepjes, de slagpennen bruin, aan de buitenzijde met vaalbruinachtigen zoom, de dekveeren van de armpennen hebben ook aan de spits zulk een zoom; de staartveeren zijn zwart met uitzondering van de beide middelste, die donkerbruin zijn met vaalbruinen zoom, de beide buitenste aan de buitenzijde wit.
Totale lengte 27, staartlengte 7 cM. In den winter is de bovenzijde donkergrijs met zwarte schaftvlekken, de onderzijde sterker gevlekt dan 's zomers. Deze Vogel broedt bij ons in groote getale in de moerassen en lage landen der kuststreken en is op onze weilanden met den Kievit de meest algemeene soort van moerasvogels; buitengewoon talrijk is hij op de eilanden.
De exemplaren, die hier te lande en in Duitschland wonen, zijn van boven op roodachtig leembruinen grond met donkerbruine schaftvlekken geteekend; de veeren van de kuif hebben zwarte schaften; de teugel en een onduidelijke streep boven de oogen zijn licht isabelkleurig, de zijden van den kop bruinachtig leemkleurig, de onderdeelen isabelkleurig wit, op de borst en de flanken naar rood zweemend; de kop en de borst zijn met breede uitvloeiende, donkere, de onderste staartveeren met dergelijke, doch meer wegsmeltende schaftvlekken versierd; de slagpennen zijn donkerbruin, aan de buitenzijde en aan de spits met smallen, aan de binnenzijde met breeden, roestkleurigen rand; de laatste armpennen en de vleugeldekveeren hebben, evenals de zwartbruine staartveeren, aan de buitenzijde en aan den top een leembruinachtigen zoom, die bij deze smal, bij gene breed is; van de beide buitenste stuurpennen is de geheele buitenvlag roestroodachtig.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek