Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 mei 2025


Bijna alles wat van de vorige soort gezegd werd, geldt ook van de echte of Aziatische Civetkat (Viverra zibetha), die in Indië Bagdos, Bhran of Khatas wordt genoemd, en lang voor een verscheidenheid van de Afrikaansche soort gehouden werd. Zij verschilt van deze echter niet alleen door de kleur en de vlekkenteekening, maar in vele opzichten ook door de gedaante. Haar kop is spitser, haar romp schraler, hare ooren zijn langer, en van manen is bij haar niets te bespeuren. Haar grondkleur is dof bruinachtig geel, waarbij een groot aantal dicht bijeen geplaatste, donker roestroode vlekken van verschillenden vorm afsteken. Op den rug vloeien deze vlekken ineen tot een breede, zwarte streep, aan de zijden zijn zij zeer onduidelijk. Een volwassen dier van deze soort heeft zonder den 56 cM. langen staart een lengte van 80 cM. en een schouderhoogte van 38 cM.; het weegt 8

De kleur wisselt sterk af: in den regel zijn de bovendeelen wit met een geelachtige of grijsachtige tint, en geteekend met groote, onregelmatige vlekken van vurig roestroode, donkerbruine of zwarte kleur, die op de buitenzijde van de pooten uitvloeien; de onderdeelen zijn altijd ongevlekt en zuiver wit.

Zijn snavel is recht, langer dan de kop en dan de loop, breeder en dikker wordend aan de spits. De loop is langer dan de middelste voorteen met den nagel. De staart is flauw afgerond. Het zomerkleed is aan de onderzijde donker bruinrood, aan de bovenzijde zwart met groote, roestroode kantvlekken, witachtige vederspitsen en roestgele zoomen.

Op het midden van den nek komt een heldere, hemelsblauwe vlek voor, de mantels benevens de schouders en vleugels zijn licht aschgrauw. De slagpennen en stuurpennen hebben aan de wortelhelft een kaneelkleurig roestroode, aan de eindhelft een aardbruine binnenvlag.

Enkele exemplaren overwinteren in Zuid-Duitschland. De bovenkop, de teugel en de zijden van den kop zijn roestrood; twee breede, zwarte streepen strekken zich, bij het neusgat beginnend, over den kop tot in den nek uit; een zwarte streep achter het oog verbindt zich met een dergelijke, die de oorstreek van achteren begrenst; aan de zijden van den hals komt een roestroode dwarsstreep voor.

"Ik had het geluk," zegt Wallace, een nieuwe soort (Megapodius Wallacei) te ontdekken, die Halmaheira, Ternate en Boeroe bewoont. Het is de fraaiste Vogel van dit geslacht, op rug en vleugels rijk getooid met banden van roodachtig bruin. Zijn levenswijze verschilt van die der andere soorten; hij houdt zich op in de bosschen van 't binnenland en begeeft zich naar het strand om eieren te leggen, die echter niet geborgen worden in een door hem bijeengekrabde hoop aarde, maar op den bodem van een in het zand gegraven gang, die omstreeks 1 M. in schuinsche richting naar beneden loopt. Na het bedekken van de opening van de gang verbergt hij, naar het zeggen der inlanders, de sporen van zijn voetstappen, die van en naar de opening voeren, door in den omtrek op verschillende plaatsen den grond open te krabben of er indruksels van voetstappen te maken. Hij legt zijne eieren alleen 's nachts; op Boeroe werd eens 's morgens vroeg een Vogel van deze soort betrapt, juist toen hij te voorschijn kwam uit zijn hol; hierin werden verscheidene eieren gevonden. Naar het schijnt, zijn deze Hoenderen halve nachtvogels: laat in den avond en lang voor den morgenschemering hoort men hunne klaaglijke kreten. De eieren hebben een roestroode kleur en zijn naar verhouding van de grootte van den Vogel kolossaal, daar zij 75

De bovendeelen zijn zwartachtig, door de roestroode randen der veeren lichter geteekend; de grijze kleur van den kop is door een smallen, zwarten en een witten gordel van de borst gescheiden; deze is roestrood, de onderborst in het midden zwart, de buik wit; boven ieder oog bevindt zich een breede, lichte streep; deze beide strepen komen in den nek samen.

Van alle Katten is de Pampaskat (Felis pajeros) het duidelijkst overlangs gestreept. Bij de overigens fraai zilvergrijs gekleurde vacht steken de meer of minder donker roestbruinroode strepen sterk af. Ieder haar is bij den wortel grijs, verderop lichtgeel, aan de spits zilvergrijs; de spitsen van de haren, die de strepen vormen, zijn echter licht roestkleurig geel. Op het midden van den rug zijn zwarte en donker roestkleurig roode haren dooreengemengd; aan den kop zijn zij van onderen vaalgrijs, in 't midden zwart en aan den top wit. Over de bijna effen vaalgele wangen loopt een smalle roestroode streep. De ooren zijn van buiten licht-, aan den rand donker-roestbruin, van binnen vaalwit. De staart heeft dezelfde kleur als de rug en is bij de spits voorzien met 4

In den winter zijn alle bovendeelen, de hals en de kop grijsbruin, de borst, de buik, de stuit en een streep aan weerszijden van het voorhoofd wit. In den zomer heeft het voorste gedeelte van het lichaam tot over de schouders, den rug en de zijden van den romp een roestroode grondkleur; de rug en de vleugels hebben dan zwarte, dwarse vlekken en banden.

Het voorhoofd, een breede streep over en achter het oog, de zijden van den kop en de keel zijn licht roestrood; de bruinachtige kop is met geelachtige, overlangsche strepen, de grauwe rug met roestroode dwarsbanden, lichte schaftstrepen en zwarte, fijne zigzaglijnen geteekend; de borst prijkt met een breeden band, die op aschgrauwen grond met zwarte golflijnen geteekend is, zich aan weerszijden van het onderlijf voortzet en hier door roestroode, aan weerszijden wit gerande dwarsbanden wordt afgebroken; op den witten buik staat een groote, hoefijzervormige vlek van kastanjebruine kleur.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek