United States or Mauritania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Totale lengte 38, staartlengte 16 cM. De mantel en de schouders, benevens twee dwarsbanden op de bovendekveeren van den vleugel zijn olijfgeel, de keel, de krop en de overige onderdeelen donker kastanjebruin, de sierpluimvederen aan haar wortelgedeelte hoog oranje, aan de eindhelft zuiver wit; alle overige lichaamsdeelen hebben dezelfde kleur als bij den Grooten Paradijsvogel.

Lichaamslengte 16, staartlengte 6.6 cM. De kop, de nek en de mantel, de wangen en de zijden van den bovenhals zijn donkerzwart met blauwachtigen glans, de staartwortelveeren in het midden zuiver wit, aan de zijden zwart, de keel en de borst met een geelachtig waas overtogen, de teugel, de kin en de zijden van den buik geelachtig wit, de laatstgenoemde zwart gevlekt, de slagpennen bruinzwart met geelachtig witten zoom, de schouderveeren roestkleurig; de eindhelft van de staartveeren is wit met geelachtigen zoom.

Totale lengte 18, staartlengte 7 cM. De bovenzijde, de vleugels, de staart, de kin en de bovenkeel zijn zwart, de overige onderdeelen wit, met uitzondering van een breed, naar achteren spits toeloopend en tot aan het midden van de borst zich uitstrekkend, karmijnrood kropschild; de zijden van den buik en van de schenkels zijn met enkele zwarte strepen geteekend; over de vleugels loopen twee witte banden; de okselveeren en de onderdekveeren van den vleugel zijn karmijnrood; de eindhelft van de buitenste staartveeren is aan de binnenzijde wit.

Deze wordt namelijk slechts door twee huidplooien gevormd, die zich over de nog onontwikkelde, aan de tepels hangende jongen heenvleien. Zijn dik, zacht en wollig haar is vuil geelachtig grijs of roodachtig grijs, van onderen geel. Het bleekgrijze aangezicht is met een bruine middelstreep en met donkere ringen om de oogen geteekend, terwijl de eindhelft van den staart er witachtig uitziet.

Zij hebben een plompe gestalte, middelmatig lange of korte ooren, een loodrecht geplaatste pupil, een korten en breeden snuit, een meer of minder wollige vacht. Met den staart, waarvan het voorste deel behaard, de eindhelft echter naakt en met wratten bezet is, houden zij zich aan boomtakken vast. Een dichte, wollige, zijdeachtige vacht bekleedt het lichaam.

Tot nu toe is de Civet-Hyena de eenige bekende soort van dit geslacht. Haar totale lengte bedraagt 1.1 M., die van den staart 30 cM., De vacht heeft op bleekgelen grond zwarte zijdestrepen. De kleur van den kop is zwart met geel doormengd; de onderdeelen hebben een witachtig gele, de eindhelft van den staart heeft een zwarte kleur.

De Bonte Specht, die in sommige streken van Noord-Holland ook wel Eksterspecht wordt genoemd (Dendrocopus major), mag als de meest bekende soort van dit geslacht beschouwd worden. Hij draagt zijn naam te recht, want zijn kleed is werkelijk buitengewoon bont. De bovenkop en de overige bovendeelen benevens een smalle teugelstreep zijn zwart; de teugels en de zijden van den kop tot aan de slapen, een langwerpige dwarsvlek op de zijden van den hals achter de zooeven genoemde benevens een breed, overlangs gericht veld op de schouders zijn wit; ook de onderdeelen, hoewel meestal door vuil verdonkerd, hebben deze kleur; een breede vlek aan den achterkop, de aarsstreek en de onderdekveeren van den staart zijn donker karmijnrood, de handpennen geteekend met vijf, de armpennen met drie witte dwarsvlekken, die op den opgevouwen vleugel vijf dwarsbanden vormen. Over de witte eindhelft van de beide buitenste paren staartveeren loopen twee zwarte dwarsbanden, terwijl de derde stuurpen slechts één zwarte dwarsvlek vertoont. Het wijfje is op den achterkop niet rood. De oogen zijn bruinrood, de snavel is loodkleurig. Totale lengte 23

De bovenkop is aschgrauw, de rug bruinachtig grijs, de teugel grijszwartachtig, de onderzijde wit, aan de zijden van de borst met een geelachtig rood waas; de olijfbruine vleugel- en staartvederen zijn aan de buitenzijde met een smallen, vaalbruinen, die van den vleugel bovendien aan de binnenzijde met een witachtigen zoom voorzien; de buitenste staartpen is aan de buitenzijde, zijn eindhelft ook aan de binnenzijde wit.

De middelste staartveeren zijn aan den wortel zwart, hun eindhelft heeft een geelbruine buitenvlag, terwijl de spits wit is; de overige zijn aan den wortel zwart, de beide buitenste met zwarte buitenvlag, alle aan het einde met witten zoom. Het oog is grijsrood, de snavel in de lente blauw, in den herfst vuilgeel, de poot vleeschkleurig.

Zij heeft met den 26 cM. langen staart een lengte van 41 cM. De kop, de nek en de borst zijn roetkleurig of zwartachtig bruin, de onderdeelen beneden de borst roodachtig of vaal geelachtig, de schouderveeren, de rug en de bovendekveeren van den staart donkerroodachtig, de dekveeren van den vleugel en de buitenvlag van de armpennen lichtgrijs, bijna wit, de overige slagpennen zwart, de middelste stuurpennen aschgrauw met zwarte spitsen, de overige stuurpennen wit met zwarte eindhelft.