United States or Seychelles ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar honing en doode bijen waren niet de éénige produkten der bijenkorven, die tot den dienst der Geneeskunst geprest werden. Ook aan de was werd bijzondere geneeskracht toegekend voor alle soorten van menschelijke kwalen. Zij had de eigenschap zweren te genezen en "als een hoeveelheid was, ter grootte van een erwt, wordt ingeslikt door zoogende vrouwen, lost ze de gestolde melk in de tepels op."

.... Daar was de ontbering die het begeeren lam slaat en uitmergelt de verlangens; daar was de ellende die het lijf verminkt.... daar kwam ze de verschrikkelijke Honger in den Nacht.... Daar stond zij de gerimpelde, de dorre van ouderdom, de furie met de droge tepels en naakt.... Oogen stekelen in het kopkarkas en haar mond is zinloos tragisch in den boog der lippen.

Zij schreeuwen veel, ook wanneer zij rustig aan de boomen hangen; zij maken dan een eigenaardig knarsend en krijschend geluid, ook blazen zij soms als Ganzen. Het wijfje brengt éénmaal per jaar 1 of 2 jongen ter wereld, die zich aan de tepels vasthouden, om door de moeder, die hun zeer veel liefde toont, meegedragen te worden.

In het begin van October komen de jongen ter wereld; onmiddellijk daarna worden zij in den buidel gebracht of geborgen onder de huidplooien aan den buik van de moeder, waar zij aan de tepels worden gelegd en zoo lang vastgehecht blijven, totdat zij hun volledige ontwikkeling bereikt hebben. Dit geschiedt na ruim 50 dagen.

Nieuwsgierig stond zij van haar leger op, en trachtte haar nakomelingschap te bewegen de tepels los te laten; deze bleven er echter aan vastgehecht op één na; het zuigend kroost werd dus langs den bodem meegesleept naar het traliewerk; het eene jong, dat losgelaten had, maar nog slaapdronken voor haar uitwaggelde, schoof zij eenvoudig op zij.

In de vijfde familie van Roofdieren, die van de overige tamelijk scherp onderscheiden is, vereenigen wij de Honden (Canidae). Hun lichaamsbouw verschilt niet zoo sterk van die der Katten, als men bij vluchtig onderzoek zou kunnen meenen. Maar ofschoon tusschen de beide familiën vele punten van overeenstemming aangewezen kunnen worden, vormen zij toch door uitwendig voorkomen en inwendig maaksel, door levenswijze en door gewoonten duidelijk twee afzonderlijke groepen. In grootte staan zij alle bij de grootste Katten-soorten achter; zij zijn ook niet zoo sterk en zoo gevreesd als deze typische Roofdieren. Hun gestalte is mager, de kop klein, de snuit spits, de stompe neus steekt vooruit, de romp, die op dunne of hooge pooten met korte voeten rust, is in de flanken (tot aan de liesstreek) versmald, de staart is kort en dikwijls ruig behaard. Aan de voorpooten komen meestal 5, aan de achterpooten geregeld 4 teenen voor, die krachtige, maar steeds stomp eindigende en niet terugtrekbare klauwen dragen. De oogen zijn groot en voor het zien op klaarlichten dag beter geschikt dan die der Katten; de ooren zijn meest spitser en grooter, de tepels aan de borst en den buik talrijker. In het krachtige gebit, dat uit 36

Hij had maar te trekken om ervan te genieten en de groote goesting deed hem zijn zweep neêrleggen. Hij rolde een stuk papier tot een puntzak, zette zich onder een koe, trok aan eene der tepels en zie! de straal witte melk spoot ruischend en schuimend in 't papier. Als 't vol was dronk hij hem leeg en het bekwam hem zoo goed dat hij er drie zakskes van tapte.

Eens, toen ik een schot loste op een wijfje, dat bij uitzondering vrij laag vloog, viel een aan de tepels hangend jong uit de lucht naar beneden, doch voordat het den bodem bereikte, had de moeder, die het kleintje bliksemsnel gevolgd was, het met de tanden gegrepen; zij steeg met het geredde jong weer omhoog en vloog verder."

In de 16e eeuw heerschte deze mode herhaaldelijk en er werden toen nog allerlei middelen bedacht, om het erotisch effect nog te verhoogen: rondom de borsten werden schitterende versierselen gelegd; ook werden wel beide tepels verbonden door met diamanten bezette borstketens. Van langen duur zijn zulke modes echter nimmer geweest.

Van dezen tijd af hangen zij niet meer gedurende den geheelen dag aan de tepels; ook verlaten zij soms den buidel, waarin zij echter dadelijk terugkeeren, zoodra hun gevaar dreigt.