United States or Spain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen we den volgenden dag Boeroe in 't zicht kregen, en langs de kust voeren om eindelijk op een afstand te stoppen voor den nauwen ingang van de baai van Tifoe, bleek het, dat het met de zee, die hier op de kust stond niet geraden was onder deze omstandigheden dit gevaarlijke vaarwater binnen te varen.

Namlea en Kajeli op het eiland Boeroe, waar prauwen vol flesschen kajapoetiholie, netjes verpakt in gaba-gaba kistjes, werden ingeladen.

Wazig in de verte, dommelblauw, of naar het paarse zweemend soms, worden de eilandbergen al klaarder en krachtiger, naarmate zij het schip tegemoet varen, tot zij, dichtbij, geweldig hoog, staan als een steil woud of als een naakte bruine vulkaankegel. In dageraad en zonsondergang vlamt alles van purper. Uit de Ceram-streek komende, vaart het schip eerst naar Boeroe.

Van den top af is de geheele baai te zien, met Namalea, kleintjes bruin, aan den voet van bleek-groene heuvels. De twee groote bergspitsen tegen de lucht, een hoogere, een lagere, zijn de Moeder en de Dochter. Na Boeroe is een tijd lang open zee. En dan, Obi voorbij, komt het eerste Molukken-eiland Batjan, dat een en al klapperbosch is.

De afdeeling Boeroe omvatte niet zooveel voorwerpen; hier zijn voornamelijk te zien allerlei soort speren, lansen en pijlen, schilden, mand- en snijwerk.

"Ik had het geluk," zegt Wallace, een nieuwe soort (Megapodius Wallacei) te ontdekken, die Halmaheira, Ternate en Boeroe bewoont. Het is de fraaiste Vogel van dit geslacht, op rug en vleugels rijk getooid met banden van roodachtig bruin. Zijn levenswijze verschilt van die der andere soorten; hij houdt zich op in de bosschen van 't binnenland en begeeft zich naar het strand om eieren te leggen, die echter niet geborgen worden in een door hem bijeengekrabde hoop aarde, maar op den bodem van een in het zand gegraven gang, die omstreeks 1 M. in schuinsche richting naar beneden loopt. Na het bedekken van de opening van de gang verbergt hij, naar het zeggen der inlanders, de sporen van zijn voetstappen, die van en naar de opening voeren, door in den omtrek op verschillende plaatsen den grond open te krabben of er indruksels van voetstappen te maken. Hij legt zijne eieren alleen 's nachts; op Boeroe werd eens 's morgens vroeg een Vogel van deze soort betrapt, juist toen hij te voorschijn kwam uit zijn hol; hierin werden verscheidene eieren gevonden. Naar het schijnt, zijn deze Hoenderen halve nachtvogels: laat in den avond en lang voor den morgenschemering hoort men hunne klaaglijke kreten. De eieren hebben een roestroode kleur en zijn naar verhouding van de grootte van den Vogel kolossaal, daar zij 75

Naar Tifoe, waar aan de Zuidkust van Boeroe een eenzame zendingspost was gevestigd, stoomden we nu en hoopten daar morgenmiddag aan te komen.

In den regel geschiedt dit twee maal per week; de opgaven omtrent de hoeveelheid civet, die men hierdoor verkrijgt, loopen zeer uiteen. In verschen toestand is het civet een witte schuimachtige stof, die later bruin wordt en iets van haren fijnen geur verliest. De beste soort is, naar men zegt afkomstig van de Aziatische Civetkat, en wel van het eiland Boeroe, een der Molukken.

Anders zouden de menschen van Geser, man, vrouw en nakend klein kind, niet zoo veel goud en zilver kunnen dragen als ze doen. Van Boeroe tot Ternate De eigenlijke Molukken, historisch gesproken, zijn de eilanden, in een keten langs de Westkust van Halmaheira gelegen: Ternate, Tidore, Batjan, Makjan, Motir: de zee van deze streek heet nòg de Molukken-zee.

De Gevlekte Koeskoes bewoont de eilanden ten oosten van Celebes tot aan Nieuw-Guinea en Noord-Australië. De eerste berichten over de levenswijze van dit dier danken wij aan den Hollandschen reiziger Valentijn. Hij verhaalt, dat op Amboina de Koeskoes of Koesoe, zooals de Maleiers hem noemden, een der vreemdsoortigste dieren van het geslacht der Wezels is. "De kop heeft groote overeenkomst met dien van een Rat of van een Vos. Het uiteinde van den staart is naakt en zeer buigzaam; hiermede houden zij zich zoo stevig vast aan de takken, dat men ze er slechts met moeite van af trekken kan. Zij wonen dan ook op de Molukken niet in holen, maar in de bosschen, op boomen, vooral op die, welke eetbare zaden voortbrengen. Op Ceram en Boeroe zijn er meer dan op Amboina, omdat zij hier bevreesd zijn voor de menschen, die hen op een eigenaardige wijze vangen om ze te eten, want zij worden door de inboorlingen als een lekkernij beschouwd en smaken gebraden als Konijnen. Men moet de aan hun staart hangende dieren stijf aankijken, dan laten zij uit vrees den staart los en vallen uit den boom. Slechts enkele lieden hebben echter de eigenschap den Koeskoes van de boomen naar beneden te kijken. Groene bladen, de buitenste bolster van de canari-noten, pisang- en andere sappige vruchten worden door hem gegeten. Daarbij zitten deze dieren overeind zooals de Eekhoorntjes. Tusschen de achterpooten bevindt zich een buidel, waarin 2