United States or Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij liggen in de lendenstreek, aan beide zijden van de wervelkolom, de linker iets hooger dan de rechter. Plaat V No. 51. Door vetrijk bindweefsel, dat de nieren omgeeft, door het buikvlies, dat haar voorvlakte bekleedt en door de groote bloedvaten, die haar het bloed toevoeren, zijn zij aan haar plaats gebonden.

De kop en de nek, de keel en de gorgel zijn donker bruinachtig zwart; achter het oor bevindt zich een dooiergele, langwerpig eivormige, overlangs gerichte vlek, die door een smalle streep aan de zijde van den hals verbonden is met de eveneens dooiergele voorvlakte van den hals; de gestreept leikleurig grauwe bovendeelen zijn van de grootendeels witte onderdeelen gescheiden door een smallen, zwarten band, die zich langs de zijden van den dooiergelen hals en de eenigszins geelachtigen bovenborst uitstrekt; de vleugels zijn overlangs bandvormig geteekend.

De kolossaal sterk ontwikkelde snijtanden zijn, ondanks hun geringe dikte, minstens 2 cM. breed en hebben op hun voorvlakte verscheidene ondiepe groeven; de laatste van de vier kiezen is even groot als de drie voorste te zamen genomen. De romp is in 't oog loopend plomp en dik, en door een korten hals verbonden met den langwerpigen, hoogen en breeden kop, die in een stompen snuit eindigt.

Zij liggen in de achterste plaat van den breeden baarmoederband, ter hoogte van den ingang van het kleine bekken, Plaat V No. 59. Zij zijn plat eivormig van gedaante. Met de stompe vlakte is de eierstok zijwaarts gericht en staat daar met den eileider in verbinding. Slechts een klein gedeelte van den eierstok wordt door het buikvlies bekleed; de geheele voorvlakte blijft onbekleed.

De voorvlakte van de oorklep is door de daarop groeiende sluierveeren bedekt; dergelijke veeren omgeven den achterrand van de gehooropening, zijn bij de Ooruilen zeer sterk verlengd, vormen pluimpjes, die zich duidelijk boven de overige veeren van den kop verheffen en vergrooten op deze wijze het klankopvangend gedeelte van het gehoororgaan.

Aan de voorvlakte merkt men een dwarse sleuf op, waar de bloedvaten, bestemd voor dit orgaan, uit- en intreden. Onder deze celletjes is er één, soms twee, die in grootte al de andere overtreft; dat is de eicel, de eigenlijke levenskiem. Van tijd tot tijd wordt zulk een ei rijp; de Graafsche follikel, waarin het besloten is, barst dan en zijn inhoud komt vrij.

Het buikvlies, van de achtervlakte van de pisblaas komende, gaat na een kleine bocht naar beneden gemaakt te hebben, op de vóórvlakte van de baarmoeder over, loopt dan over den bodem van de baarmoeder, komt aan haar achtervlakte, vormt dáár een dieper bocht en gaat eindelijk op den endeldarm over. De baarmoeder ligt dus als 't ware ingestulpt in het buikvlies.