Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Dit orgaan, Plaat V No. 58, is een holle spier, van peervormige gedaante, aan de voor- en achterzijde een weinig afgeplat. De baarmoeder ligt in het kleine bekken tusschen den endeldarm en de pisblaas. Het vormt een fleschvormig driehoekig kanaal, dat van boven het wijdst is. Na bevallingen krijgt deze opening vele inscheuringen en wordt onregelmatig van vorm.
Dit kanaal loopt van den ingang af eerst een klein eindje naar achteren, buigt zich daarna naar boven en tegelijkertijd iets naar voren, ongeveer de bekkenas volgende. In haar begin ligt zij tusschen den endeldarm en de pisbuis, verder naar boven tusschen den endeldarm en het onderste gedeelte van de pisblaas.
Zulk een beweging noemt men een wormvormige of peristaltische. Van den dunnen darm gaat de massa nu over in den dikken. De dikke darm is veel wijder dan de eerste en is ook meer rekbaar. Vóór den overgang in den endeldarm noemt men den dikken darm ook wel colon. De opneming van het voedsel in het bloed begint reeds in den maagwand en zet zich verder over het geheele darmkanaal voort.
Het buikvlies, van de achtervlakte van de pisblaas komende, gaat na een kleine bocht naar beneden gemaakt te hebben, op de vóórvlakte van de baarmoeder over, loopt dan over den bodem van de baarmoeder, komt aan haar achtervlakte, vormt dáár een dieper bocht en gaat eindelijk op den endeldarm over. De baarmoeder ligt dus als 't ware ingestulpt in het buikvlies.
De beide stinkklieren hebben een aanzienlijken omvang en monden in den endeldarm uit; iedere klier bevat een holte ter grootte van een hazelnoot, bekleed met een klierlaag, die de gele, olieachtige vloeistof afscheidt, welke de holte vult en voorts omgeven door een dikke spierlaag, die door haar samentrekking het vocht verscheidene Meters ver voortstuwen kan.
Dat door den druk van den zwangeren uterus op blaas en endeldarm en op de in de kleine bekkenholte liggende bloedvaten en zenuwen allerlei stoornissen kunnen plaats vinden, valt licht te begrijpen. De meest voorkomende stoornissen zijn: herhaalde drang tot urineeren, moeilijke ontlasting en verstopping, uitzetting der aderen en waterzuchtige beenen, somtijds hevige pijn in een of beide beenen.
In gewone omstandigheden ondergaat zij reeds veranderingen, wanneer de blaas of de endeldarm gevuld zijn. Toch neemt men in 't algemeen aan, dat de ligging bij meisjes in de richting van boven achter naar beneden voor is. Na baringen verandert de ligging belangrijk, zonder dat nog van ziekelijke afwijking sprake behoeft te zijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek