Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Haar kenmerken een gedrongen lichaamsbouw, een groote kop, die in een dubbel zoo langen, rechten, naar voren zeer sterk samengedrukten, wigvormigen, harden snavel eindigt, middelmatig hooge, krachtige voeten met drie korte en breede teenen, waarvan de buitenste en de middelste door een groot spanvlies vereenigd zijn, middelmatige lange, doch spitse vleugels en een uit 12 pennen samengestelden, tamelijk korten, recht afgesneden staart.
De Echte Fazanten (Phasianus) hebben een dakvormigen, langen, wigvormigen staart, welks 18 pennen naar de spits smaller worden; de middelste zijn 6-
Bij zeer groote planten snijdt men om den geheelen stam heen een wigvormigen ring uit. Na op eenige, onverschillig welke wijze, ingesneden te zijn, wordt de stam steeds op de boven omschreven manier omwoeld. In de meeste gevallen zijn de kronen van dergelijke planten te groot, om als stekken te worden behandeld; past men echter het ringen toe, dan is men vrij zeker, dat ze wortel slaan.
De iris is bruin, de poot grijsachtig blauw, de snavel blauwachtig. In het winterkleed zijn de bovendeelen en de beide middelste staartveeren kaneelkleurig kastanjebruin; de overige veeren daarentegen hebben de kleuren van het prachtkleed behouden. De totale lengte is 37 cM., de lengte van de beide middelste staartveeren 28, die van de volgende pennen van den wigvormigen staart 9 cM.
In de noordelijke landen van de Oude Wereld leeft de Sperweruil (Nyctea ulula), dien men, omdat hij er als een Valk uitziet, ook wel "Valkuil" of "Uilvalk" noemt. Hij heeft tot kenmerken een breeden, lagen kop met plat voorhoofd en smal aangezicht zonder echten sluier of kransen van veeren om het oog, tamelijk lange, betrekkelijk spitse vleugels en een langen, wigvormigen staart. Zijn snavel is kort, krachtig, meer hoog dan breed, van den wortel af gekromd; de haakvormig naar beneden omgebogen spits van den bovensnavel steekt bijna 9 mM. voorbij de spits van den ondersnavel uit. De loop en de teenen zijn geheel bevederd; deze zijn kort en met scherpe klauwen gewapend. De oogen zijn groot, de ooren met een goed ontwikkeld deksel voorzien, dat aan het oordeksel van den Kerkuil herinnert. Het vederenkleed is goed gevuld, zacht en glanzig; het ligt echter meer tegen het lichaam aan dan bij de meeste Nachtuilen. In het volkomen kleed is het aangezicht witachtig grijs; twee strepen, één vóór en één achter het oor, die halvemaanvormig aan weerszijden van den kop naar beneden loopen, zijn zwart; de kruin is bruinzwart, elke veer met een ronde, witte vlek geteekend, die aan de lichte kleur de overhand verschaft; de nek benevens een vlek achter het oor zijn zuiver wit, de bovendeelen bruin met witte vlekken; de keel is wit, de bovenborst met een zacht uitvloeienden dwarsband versierd, de onderzijde wit, op de onderborst, den buik en de zijden met smalle, zwartbruine dwarsstrepen of golflijnen; de slagpennen en staartveeren zijn muiskleurig met witachtige dwarsstrepen. De iris is donker zwavel-, de snavel vuil wasgeel, aan de spits hoorn-glanzig zwart. Totale lengte 39
Van hun in den regel langen, duidelijk wigvormigen staart verlengen zich meestal de vier middelste pennen, die onderling in lengte overeenkomen, voorbij de overige, die naar weerszijden trapsgewijs in lengte afnemen. Hun grootte wisselt af van die eener Lijster tot die eener Kraai.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek