United States or Latvia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarna daalde de bodem nogmaals; soms gingen wij om puntige rotsen heen, in wier holen en spleten groote schaaldieren op hunne hooge pooten stonden, evenals kanonnen op hunne affuiten, en ons met starende oogen aankeken; voor onzen voet kropen palingen, zeeslangen en een soort inktvisschen, die hunne voelarmen zoolang als zij konden uitrekten.

Inderdaad, het was eene oneindig groote opeenstapeling van weekdieren, van millioenen lichtgevende diertjes, ware bolletjes van doorschijnende gelei, met voelarmen zoo fijn als draadjes, en van welke men er ruim 800 in éen kubieken centimeter water geteld heeft.

Het heele gevolg van die verandering bepaalt zich tot een scheidslijn, kennelijk vereischt door hun eenvoudiger bouw en het ontbreken van straalgewijs geplaatste voelarmen en raderorganen. De organisatie der infusoriën wordt van geslacht tot geslacht steeds eenvoudiger; de laatste genera vertoonen ons a.h.w. het uiterste stadium van dierlijkheid, voorzoover voor ons bereikbaar.

De vaak veelvoudige voelarmen stralen van den mond uit. Stok ontbreekt. Pedicellaria. Coryne. Zoanthus. ORGANISATIE VAN DEN IIen GRAAD Zie Tabel I Vrijlevende dieren met knop-achtige eieren; lichaam in staat tot regeneratie, zoowel in- als uitwendig straalsgewijs gebouwd. Een samengesteld spijsverterend orgaan en onderstandige, enkel- of meervoudigen mond. Opmerkingen.

Als op een gegeven teeken gingen de zeiltjes naar beneden, de voelarmen werden ingetrokken, het lichaam kromp samen, de schelpen keerden om, veranderden daardoor haar zwaartepunt en verdwenen plotseling onder de golven. Het was het werk van een oogenblik; nimmer manoeuvreerden de schepen van een vloot met meer juistheid.

Het waren de oogen van reusachtige schaaldieren, in hun schuilplaatsen gedoken of van vreeselijke kreeften, die als hellebardiers overeind stonden en haar pooten tegen elkander sloegen alsof ze van ijzer waren; van reusachtige krabben, die als kanonnen op hun affuiten stonden, van ontzettende inktvisschen, welke met hun voelarmen door elkander werkten, als waren ze een broedsel van levende slangen.

"Zeker, mijnheer de natuurkenner," antwoordde hij; "en wij zullen ze eens gaan bevechten!" Ik keek den kapitein aan, en meende niet goed gehoord te hebben. "Bevechten?" vroeg ik. "Ja, mijnheer. De schroef zit vast, ik geloof dat de voelarmen van een van die dieren er tusschen zit; daarom kunnen wij niet vooruit." "Wat zult gij dan doen?" "Naar boven stijgen en al dat ongedierte vernielen."

Maar deze waren ternauwernood los, of het luik sprong met vreeselijk geweld open, zeker door de voelarmen van een der inktvisschen opengerukt. Aanstonds kwam een van die voelarmen als een slang door de opening, en twintig anderen kronkelden daarboven. Met een bijlslag hieuw de kapitein den vreeselijken voelarm af, die kronkelend langs de trappen naar beneden gleed.

Geen enkele polyp achtervolgt haar prooi of zoekt er naar met zijn voelarmen; maar als deze aangeraakt worden door een of ander vreemd voorwerp, dan houden zij het vast, brengen het naar den mond en de polyp verzwelgt het, eetbaar of nutteloos, zonder eenig onderscheid.

"Had hij geen acht voelarmen rondom den kop zitten," hernam Koenraad, "die als een slangennest in het water door elkander krioelden!" "Juist." "Had hij geen verbazend groote oogen, die boven op den kop stonden?" "Ja, Koenraad." "En zag de bek er niet uit als die van een papegaai, maar veel grooter?" "Inderdaad, Koenraad."