Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Eerst was het alleen op den rechterover van de Odet gebouwd, smal bij de Steir en voorzien van kaden. Maar de noodzakelijkheid maakte, dat de stad zich uitbreidde op den linkeroever, waar men nu rechte en breede straten vindt met fabrieken, werkplaatsen en woonhuizen, overal met brugjes, om van den eenen oever naar den anderen te komen.
In het bosch vindt men lommerrijke wandeldreven, rotsen en onderaardsche gangen, vijvers en brugjes, glooiingen met weelderig gras en bloemen, aquariums met kleine, blinkende vischjes. Twee villa's verheffen hunne torens boven het geboomte. Midden in het bosch staat eene nieuwe kapel, toegewijd aan den H. Arnoldus . Zij is achthoekig en lief geschilderd.
Zij is zeer gemakkelijk te doorwandelen op nette voetpaden, door hekjes beveiligd, met brugjes over de spleten en een koepeltje is op een schoon uitzichtspunt gebouwd. Nu wordt zij "bezichtigd", maar dat blijft zij ook ten volle waard.
De kade is hier en daar ten deele in zee gestort, en daar, waar de groote granietplaten de vloeren vormden, gapen nu diepten van zes of zeven meter. Elders is de dooreengewoelde en gespleten grond door water overstroomd, en men kan er niet langs dan over planken, die als brugjes van den eenen naar den anderen kant zijn gelegd.
Eerst was het alleen op den rechterover van de Odet gebouwd, smal bij de Steir en voorzien van kaden. Maar de noodzakelijkheid maakte, dat de stad zich uitbreidde op den linkeroever, waar men nu rechte en breede straten vindt met fabrieken, werkplaatsen en woonhuizen, overal met brugjes, om van den eenen oever naar den anderen te komen.
De tuin van den heer Steinhausen was een van die zeldzame stadstuinen, die waarlijk aan eene buitenplaats doen denken, juist omdat men niet de onhandigheid had bedreven, dien met Chineesche brugjes, kleine vijvers en miniatuur-bergjes te voorzien.
Van bruggetjes, waar wij onderdoor glijden, kijken, vroolijk en nieuwsgierig, gezichten naar beneden. De Bandjarees is vrijmoedig: de tegenwoordigheid van een Hollander belemmert hem niet. Mijn roeiers en het volk op prauwen, vlotten, steigers, brugjes zijn doorloopend in gesprek.
Ze liep nu afscheid te nemen van ieder huis, van de boomen, van het water, van de brugjes, van de lantaarns. Op elk plekje was immers 'n lieve herinnering aan iets, dat ze dáár had gedacht of gehoord of gezien.
Zoo rechtop uit de zee, dat de wortels, blootgespoeld, hangen in de branding, klimt een woud langs de steile helling. Veel laurierboomen groeien er in. De lucht om de hutjes is bitter van den fijn-prikkeligen geur. Over de wankele brugjes, die van de woningen naar den woudzoom gaan, loopen, rank-rechtop, donkere menschen. Er dobbert een prauw hier en daar, aan een paal gebonden.
Het huisje staat in eene achterbuurt die echter in Peters dagen geene achterbuurt was letterlijk verloren te midden van andere woningen en tuintjes. Wij gaan door een paar smalle steegjes, over een paar hooge smalle houten brugjes, en hebben weldra de beroemde plek bereikt. Wij treden door een hokje op eene soort binnenplaats, en zien daar een laag steenen gebouwtje met een rood pannen dak voor ons: dat is echter het huisje zelf niet, maar een soort van overdak, dat om en over het huisje heen is gebouwd, om het voor volkomen ondergang te bewaren: de schrijn waarin de relikwie geborgen is. En deze voorzorg is inderdaad niet overbodig: het huisje, dat geheel uit ruwe planken is opgetrokken, staat zoo scheef en ziet er zoo bouwvallig uit, dat het zonder deze bedekking waarschijnlijk reeds voor de vijandige werkingen van weer en wind bezweken zou zijn. Tusschen die omkleeding en het huisje zelf is een gangpad opengehouden, zoodat wij de relikwie aan alle kanten kunnen bekijken. Wij treden binnen. De hut, want een anderen naam verdient dit krot waarlijk niet, bestaat uit twee vertrekken, het eene iets grooter dan het andere, maar beiden zonder eenig sieraad, tenzij ge de met tegeltjes bekleede schouw als zoodanig mocht laten gelden. Het ameublement, eene vierkante houten tafel en een paar zeer ongemakkelijke houten stoelen, is meer dan eenvoudig; een ladder voert naar den zolder. In een woord: het is een verblijf, waarin de armste daglooner van den tegenwoordigen tijd zich kwalijk schikken zou. Een eenigszins zonderlingen indruk maken, bij deze kale armoede der woning, de later aangebrachte versieringen: schilderijen en platen, portretten van Peter
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek