Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Op Java ziet men zoo iets niet. De rijkdom van het land is, misschien, grooter nog. Maar die er van profiteert is de Hollander en de vreemde Oosterling. Hier zijn geen, of bijna geen Arabieren; maar weinig Chineezen; handeldrijvende Hollanders of andere Westerlingen evenmin. Handelsman is de Bandjarees zelf.
Om het verleden te treuren geeft niet veel maar men zou aan de verleiding toegeven, tegenover zulke toestanden, en wenschen, dat men de noodzakelijke ontwikkeling der feiten kon tegenhouden en den Bandjarees weer maken tot wat hij was, voor de Westerling in zijn land kwam.
Van bruggetjes, waar wij onderdoor glijden, kijken, vroolijk en nieuwsgierig, gezichten naar beneden. De Bandjarees is vrijmoedig: de tegenwoordigheid van een Hollander belemmert hem niet. Mijn roeiers en het volk op prauwen, vlotten, steigers, brugjes zijn doorloopend in gesprek.
Hij gaf niet toe, dat die idee van "vaderland" eenige macht had over den Minangkabauer, voor wien de Atjeher, de Niasser, de Batak, om van den Javaan en den Bandjarees te zwijgen, vreemdelingen zijn, niet zoo als de Westerling voor hem een vreemdeling is, wel is waar, maar toch: vreemdelingen. En evenmin geloofde hij aan waren godsdienst-ijver.
De loonende en geen werk hoegenaamd eischende klapperteelt heeft den rijstbouw overbodig gemaakt en tegelijk daarmede de inspanning, de orde en het gemeenschappelijk overleg van het landbouwersleven. De luiheid van den natuurlijken mensch heeft zich in den Bandjarees niet in de vrouwen, wel te verstaan, maar in de mannen ontwikkeld tot wat werkelijk een zedelijke ziekte mag heeten.
Ten eerste alles wat met scheepsbouw verband houdt: houtzagen, touwslaan, vlechten van "atap," dak voor de groote prauwen, en hout-snijden ter versiering van stevens en wanden. Dan het maken van landbouwgereedschap, vooral van de breede, zware messen, met zulk een geduchten slag er in, waarmee de Bandjarees hout kapt en gras snijdt.
Dit is weer geheel en al een schippersbedrijf: want in kano's gaan ze het woud in en op prauwen vervoeren zij de djeloetoeng naar Bandjermasin. Het past dus goed bij het "rivierleven" van den Bandjarees. Maar terzelfder tijd als djeloetoeng-zoekers zijn de oeverbewoners van de Barito en de andere groote stroomen van Borneo rijstbouwers: de rijst is hun hoofdvoedsel.
En nu werd het hier in het binnenland van Borneo, in een vezelen huisje, half in half uit het water als een eenden-nest, door een naakten bruinen Bandjarees gesmeed tot messen, om er gras mee te snijden en takken te kappen in de "rimboe," in de wildernis. Dat was een zonderling einde na zulk een begin.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek