Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
Nu vonkelt er toorn in hun oogen, niet minder dan in die van den Majoor. Moet niet alles, wat zij zien, de visioenen van den nacht bevestigen? "Je kunt wel merken, dat zij haar contract niet vernieuwd heeft," mompelden zij. Neen, van die toornige, dreigende schare kan de Majoorske geen hulp verwachten. Weer wijkt zij naar de deur terug en heft de gevouwen handen tot voor haar gezicht.
Men maakt dat tegenwoordig zoo goed niet meer. Als men onder de tafel kijkt, ziet men als twintig vurige oogen, van wege vier stoven; de vijfde vonkelt niet; het is een steenen. Daaraan, en aan de plaatsing van het theegoed, en aan den verlakten ketel, die naast den stoel staat, ken ik de plaats mijner eerzame moei. Midden op de tafel staat een dierbaar pronkstuk.
Volgende elk den andere, varen ze, elk gevolgd, in 't volle veld; 't zonnelicht beglanst de baren van dit rennend rosgeweld. Schielijk, in de lucht ontkomen, zijn de ridderen weg: 't en speelt niets meer in de vrije vromen, dat de zware zee verbeeldt. Stille is 't nu: de zonne vonkelt deur de wolken, blij en blank; milde lacht het al en monkelt , in en om mij, lief en lang. Ach!
Ik min u, smeulend vuur, ik min uw donker branden, dat achter bleeke wanden waakt en wacht op zijn uur! "Hangt niet ons' Liefde door dien frisschen tuin? Vonkelt zij niet in 't waai'rend water-waas, dat sproeit het glanzend gras, en dóór dat gaas, verstuivend in den wind, glijdt zij niet schuin
Nog zijt gij blank als kristallijn; Nog vonkelt ge in den zonneschijn; Nog tooit uw oeverriet zijn pluim Met vlokken van uw zilverschuim; Nog siert u, even teêr en blauw, 't Viooltjen in den morgendauw; Nog dobbert ginder, groen en versch, Schier wortelloos, de waterkers; En vroolijk kweelt de vooglenschaar, Nog even als voor twintig jaar!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek