Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


Hij voelde Goedele's hand op zijnen schouder rusten en dat deed hem zachte deugd. Goedele en verwijlde niet lange bij hem. Al trof ze nu een teer-lijdelijk herte, al trilde in het kille huif een snare van goede aandoening, ze kon niet zoo seffens aansluiten met vader. Vader was, met al de rest, verre verwijderd van haar innige leven en ze bekeek hem van verre.

Daer was die scone vrouwe ghepast, Ende es in Afrijka ghelegen; Lanseloet here, vri edel deghen, Daer vondic die scone wijf Dat haer coste haer edel lijf, Doe si van u hoorde spreken. Haer edel herte, dat moeste haer breken Doen si van u hoorde ghewagen. Reinout, dat sijn al saghen . Ic hore wel dat ghi mi liecht; Ic wille, dat ghi mi niet en bedriecht, Ghi en segt mi die waerheit claer.

Ik heb goed nagedacht.... Spreek nu, laat uw herte vrij daar liggen vóor mij, uwe moeder. Hebt ge, buiten Sebastiaan, een man ontmoet, en voelt ge een andere liefde? Goedele sprong koortsig rechte en schoot uit in eenen schokkenden lach. Ze werd heel rood en haar oogen baadden in glinsterende tranen. Ze moest haren neusdoek over haar aangezicht brengen en 't was of ze nadien te niezen begon.

Maar Goedele, in zwakke aandoening, voelde haar herte week worden. Het docht haar dat ze nooit dieper hare liefde gewaar was geworden dan nu. Ze zei, met bevende stemme, dat hij zekerlijk boos geweest was op haar. En nu ziet ge mij minder geerne. Ik merke 't aan mijn eigen. Zoo machtig woelde in mij uw beeld. Ik hebbe schuld, Johannes. Waarom zegt ge niet dat ik schuld hebbe?

Doka kreeg nu eene narigheid in 't herte en ze begon te weenen en te vragen om hulpe, doch aan wie zich te wenden en wist ze niet. Ze keerde weer binnen en haalde uit de schuiflade de gewijde keers en ontstak ze voor 't lieve-Vrouwbeeld, dan ging ze buiten en in heur wanhoop riep ze twee, drie keers door 't donker: Ghielen! Ghielen!

Toen de schout zag dat zij van haar eerste foltering bekomen was, sprak hij: Beken, dat gij tooveres zijt en dat gij de koe betooverd hebt. Ik zal niet bekennen, sprak zij. Zooveel het in de macht van mijn zwak herte ligt, zie ik alle beesten geerne, en ik deed nog liever leed aan mij zelve dan aan hen, daar zij zich niet verdedigen kunnen.

Het bloed sloeg in storm naar heur herte en in de plotse blijheid, die nu als een tweede slag kwam gevallen, liet ze tranen leken die heur lange gepraamd hadden en nu ontlastend uitvielen. Ze neigde heur lijf en duwde de lippen op hunne malsche wezentjes lange en herhaaldelijk. z'En rechtte zich maar om te zien of Jan ontwekt was. Hij lag vaste in slaap met zijn wezen naar den muur.

Ay mi, nu es al mijn vroude een blijf, Die ic op eerde ie ghewan, Dat icse niewer vinder kan Die overscone Sanderijn. Ondanc hebbe die moeder mijn, Dat ic die woorde nie ghesprac. Mi dochte, dat mi mijn herte brac, Doe ic sprac die felle woort; Daer om es si op mi ghestoort, Ende es mi heimelijc ontgaen: Dat heeft mijn moeder al ghedaen, Die mi die woorde spreken dede.

Daarom was het hem "langhe in 't herte geweest", het "fundament van der scrifture" te verdietschen, in de hoop dat menig ongeleerde er zijn voordeel mede zou doen. En ook, hij acht zich niet gerechtigd het talent dat God hem geschonken heeft ongebruikt te laten.

Dus, wakker en weg! fliefflodderken, op planten en bloeiend gers , alwaar dat u God geschapen heeft, alwaar dat 't uw woning es!– En zoekt gij nu, kind, een zin hierin, 't fliefflodderke, wie dat zij, uw herte is het, alderliefste mijn, ai, wat zou het anders zijn!

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek