United States or Réunion ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ic duchte hi es verdoemt Ochte ghestorven quader doot, Ofte hi es in vrouden groet, Dat hi mi dus heeft vergheten. Ic sel nochtans die waerheit weten, Hoe die saken met hem staen, Al soudic daer om die werelt doer gaen. Waer sidi, Platus, meester vroet? De meester: Edel vrouwe, ghetrouwe ende goet; Tot uwen dienste ben ic bereit.

Oec vyndic Gode int diepe van mijnre sielen duer sijn gracie, ende also, mijn vrient, ic segghe hu inder waerheit, dit conincrycke passeert ende gaet te boven alle de rijcken die up eerderijc sijn; want tes een conyncrijcke dat nemmermeer hende nemen en sal.

Dat onder de waarheid, die hij voortaan wil verkondigen, tal van wonderen begrepen zijn, behoeft in een middeleeuwsch man niemand te bevreemden; "waerheit ende menech wonder", "wonder ende waer" worden door hem, evenals door andere middeleeuwsche auteurs, telkens in één adem genoemd . GEESTELIJKE PO

De een dicht om een liefje, de ander om roem te winnen, weer een ander om geld maar dat is de rechte poëzie niet; zulke menschen dichten uit winstbejag, zonder natuurlijke aandrift Dichten moet uut herten vri Comen ende uut claren zinne, Daer God behoude inne Elken dichter die waerheit mint. Aldus eindigt de eerste Nederlandsche poëtiek.

In zijn Alexander verklaart hij met nadruk dat hij "die waerheit, meer no min" in het Dietsch wil uiteenzetten; èn in dien roman èn in de overige vergenoegt hij zich niet met zijn voorbeeld te volgen; doch hij vult het aan, wijzigt of bestrijdt het, zooals hij meende dat de historische waarheid het eischte.

Een ieders hart verlangt naer prijs in 't vrolijk loten, De Godt Apollo komt, vol levens en vol geest, In dees vergadering. Hy groet de kunstgenooten, En speelt op zijne harp in 't midden van dit feest. De mist der lastertong verstomt door 's kenners klaerheit. De logentael verdwijnt voor 't helder licht der waerheit. t' Amsterdam 23 van Sprokkelmaent 1673.

Clara, "die hem langhe daerom ghebeden hadde". Dat Boec vander hoechster Waerheit werd geschreven ter verklaring van zijn eerste werk en op verzoek van broeder GHERAERT en de zijnen. Ook het Tractaet van Seven sloten is waarschijnlijk geschreven op verzoek eener Clarisse . Zijn deze titels alle van RUYSBROECK zelf afkomstig?

Reeds na zijn eerste werk immers, hadden broeder GHERAERT en zijne mede-kloosterlingen aanstoot genomen aan sommige uitingen daarin; om dien aanstoot verder te voorkomen, schreef RUYSBROECK toen dat Boec der hoechster Waerheit.

Dat die waerheit nog werde vernomen, Ende ic te mijnder onscout moet comen; Dies biddic u, hemelsche coninghinne! Ay, sal ic nu in minen sinne Bliven, dat sal wonder sijn. Ay god, wie heeft sijn venijn Aldus swaerlike op mi ghescoten? Ay god! uut u so comt gevloten Alle rech; ende alle waerheit; Nu hulpt mi noch te minen besceit, Dat ic onsculdih moet vonden sijn.

David, IV p. 264. Ib. cap. 35, p. 246. Ruusbroec, Van seven trappen in den graet der gheesteliker minnen, cap. 14, ed. David, IV p. 53. Voor "ontfonken" lees ik: "ontsonken". Ruusbroec, Boec van der hoechster waerheit, ed. David, p. 263; vgl. Spieghel der ewigher salicheit, cap. 25. p. 231. Spieghel der ewigher salicheit, cap. 19, p. 144, cap. 23, p. 227; antwoert = beantwoordt aan.