United States or Vietnam ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ook woonden wij in het hof van justitie een terechtstelling bij en hoorden later een van Kaapstad's knapste advocaten een pleidooi houden, om "wat krom is rech te praat".

Wij passeeren dan het groote dorp Dernau, en komen na eene wandeling van een half uurtje bij het zoo mooi gelegen dorp Rech, dat rechts van de Ahr tegen den Nolls Nuck leunt. De steenen brug over de rivier werd in 1764 gebouwd, en met een huivering kan men zich de verschrikkelijke overstrooming voorstellen op den 21sten Juli 1804, toen de golven van de Ahr 2 1/2 M. boven de brug stonden.

Zoo weldadig als ons in Rech het aanzien der huizen aandoet, zoo meêlijwekkend zijn de armoedige menschen en de schamele woningen van Staffeln, het eerste plaatsje waar we daarna aankomen. Niets dan leemen hutten en met stroo gedekte huisjes, en waar werkelijk nog een pannen dak te zien is, zorgen de vele gaten, waar de pannen ontbreken, voor een levendige uitwisseling van lucht.

Uit een anderen hoop beet 'n fèllere stem, stem van passie en wrok. Een baardige jood stond op 'n stoep voor de deur van 't gesticht, krijschte het volk toe: "...Hebbe we rech hebbe we geen rech?.... Ik zeg juillie we hèbbe rech.... Verrekke we van honger?... Motte we ons as honde late slaan as we zoo lang de schtaking hebbe volgehoue? Is 't niet godgeklaag? We komme op voor wat óns toekomp!

Met goedvinden harer ouders nam zij afscheid van de wereld en richtte voor zich een kluis in op de eenzame rotspunt tusschen Mayschoss en Rech, om met haar smart alleen te zijn en zich gelaten op den dood voor te bereiden. Iedere straal van hoop scheen uitgedoofd.

"'k Heb niks geen lust," zei Eleazar, zich inhoudend, onverschillig voor 't venster staand: "om 'r waar hìj bij is, over te praten. Dat kenne we onder mekaar af"... 't Vleezig-bleek gelaat van Druif, kreeg 'n kleur van verwoedheid. "De gotspe, de gotspe van zoo'n kwajongen!", viel-ie uit: "wie geeft jou 't rech om je hande an mezoesos te slaan!" Minachtend haalde Eleazar de schouders op.

"Enne tòch heit-ie rech," lodderde Suikerpeer oòk opgewondener: "Wat heit hij met 'n schtaking te make! Heit-ie niet ogge-nebbiesch l

Wij maken dus rechtsomkeert en gaan van ons uitstapje in het dal van Kesseling naar Rech terug en van hier trekken we langs den linkeroever van de Ahr naar het welvarende dorp Mayschoss met zijn prachtige, met wijn begroeide bergen en de enkele nog overgebleven ruïnen van den Saffenburg, die in 1704 verwoest werd.

Dat die waerheit nog werde vernomen, Ende ic te mijnder onscout moet comen; Dies biddic u, hemelsche coninghinne! Ay, sal ic nu in minen sinne Bliven, dat sal wonder sijn. Ay god, wie heeft sijn venijn Aldus swaerlike op mi ghescoten? Ay god! uut u so comt gevloten Alle rech; ende alle waerheit; Nu hulpt mi noch te minen besceit, Dat ic onsculdih moet vonden sijn.