Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 mei 2025


In dit "Discours" immers verheft Rousseau den natuurstaat tot den eenigen van echt geluk, verdoemt hij de beschaving en het maatschappelijk leven, die den mensch hebben verdorven en doen ontaarden, beschouwt hij deze als den oorsprong van alle rampen, alle ondeugden, alle menschelijke ellende.

Ic duchte hi es verdoemt Ochte ghestorven quader doot, Ofte hi es in vrouden groet, Dat hi mi dus heeft vergheten. Ic sel nochtans die waerheit weten, Hoe die saken met hem staen, Al soudic daer om die werelt doer gaen. Waer sidi, Platus, meester vroet? De meester: Edel vrouwe, ghetrouwe ende goet; Tot uwen dienste ben ic bereit.

De verloren mensch verliest zijn kinderen; verdoemd, verdoemt hij hen, en, door een hardvochtig crescendo, komt het voor, dat de kinderen van een tot twintig jaren arbeid in de mijnen veroordeeld man, mijnwerkers zullen zijn veertig, vijftig jaar lang, tot aan hun dood toe, hun kinderen nog na hen, en heel hun nakomelingschap.

Het zijn Dante's eigen zonden, werkelijke of in-aanleg, die hij er verdoemt en straft, het is zijn eigen zieleloutering die hij er verhaalt, het is zijn zelfgewonnen wijsheid die zijn verzen doorlicht.

Schoon nu Verwoesting schaduw zij Der Liefde, volgend haar nabij Op 't witte Doodspaard, dat gevleugeld Als een stormwind onbeteugeld Ook de snelste ontvliedt het niet Trapt op onkruid en gebloemt, 't Slechte en schoone saâm verdoemt, Menschen en gediert vertreedt Eens stuit gij dien ruiter wreed, Hart en lichaam ongedeerd. Geesten, zegt wie u dit leert! Waar vloôn de Geesten heen?

Zoolang dus ook dit gebod als een wet tegenover u staat, moet ge ook voor dit gebod vallen; kunt ge het niet houden; kunt ge het nooit anders dan overtreden; wierd ook door dit gebod uw zonde ontdekt en uw schuld vermeerderd; en hebt ge ook van dit gebod te belijden, dat het u oordeelt en verdoemt, tenzij ge uw toevlucht neemt tot de Fontein, die er tegen de zonde geopend is voor het huis van Israel.

Zeg, zeg ouwe!" besluit de grijze met fluisterende stem, terwijl hij zijn hoofd geheel op den kop van zijn dooden makker laat rusten, en de voorboden der sloopster zijner krachten, zijn van inspanning doodelijk vermoeid lichaam doen trillen: "Zeg, kon je maar bidden ; maar je hebt daar nooit geen verstand van gehad. Ik durf het niet, en de Eerste !! verdoemt me!"

Als het nu wezenlijk waar is dat Onze lieve Heer menschen verdoemt maar dat zal Hij wel niet, want Hij is toch zoo goed nietwaar? dan denk ik dat hij het tenminste nooit al die arme menschen zal doen, die zonder dat ze boos op elkaar zijn, toch malkaar moeten doodslaan, maar veel eerder die keizers en koningen omdat zij het beginnen. ! zoudt U wel zoo'n keizer of koning durven zijn?

Waar men den geest der bewerking kenschetsende invoegsels, weglatingen of wijzigingen vindt, daar zal men die gewoonlijk op rekening van den bewerker moeten zetten. T.a.p., vs. 390-405: "Verdoemt moete de maechscap sijn" "Ay, maechscap, wat heb di mi gedaen!" enz. Vgl. ook: BERGSMA'S Bijdrage tot de tekstcritiek van den Karel ende Elegast.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek