Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juni 2025


Wat mocht dat gewêst zin? Wessels hoorde niets meer; roepen wilde hij niet, en toen Doortje eenigen tijd later met een vuurrood gezicht tot hem kwam, maar op haar gewonen bezorgden toon zeide: "Hoe is 't boas, wi'j d'r ook weer in?" toen had de zwakke grijsaard geen moed om haar betreffende het gehoorde te ondervragen; en daar Doortje er niet van sprak, zweeg de oude ook, en voor den lezer, die 't niet begrepen heeft, blijft het dus een duistere zaak.

Ze had 'm niet vergêten, umdat hij de eenige was gewêst, die 'r gevroagd had toen ze nog moar 'en afhankelikke dern was, en de anderen woaren gekommen toen ze boas van 't spul was; moar, minder naar Deine-Meu dan wel noar 't Uiversnest hadde gekeken. Da's ook woar! Ja, Deine-Meu had meer gevoel dan de meesten van het dorp meenden.

Eenige dagen verliepen. De diepteleurgestelde dorpelingen bleven de Stier en haar man in 't oog houden. En een glans van ondeugende pret kwam van lieverlede weer op de gezichten, want... het leek hun of "den nieuwen boas" er toch niet zoo geheel tevreden uitzag. Hij zat of liep daar doelloos in en om zijn herberg, nurksch, sprakeloos, wenkbrauwen gefronst, blijkbaar uit zijn humeur. De buren kwamen vol belangstelling kijken, trakteerden hem, maakten vertier in 't Koffijhuis, trachtten hem aan den praat te krijgen. Doch ook al te vergeefs: niets liet hij los. En toch er moest iets zijn; er w

Loat er ons ne slag in sloan; nim, doar es vijf en twintig fran!... Jantje zat hem roerloos aan te staren, met open mond en wijde Ooggen, als gek van verbouwereerdheid. Een vloed van hooge kleur kwam plotseling over zijn oude gerimpelde wangen en zijn verweerde handen beefden op zijn knieën, alsof ze sidderden van kou. Ha moar boas toch!

"Loat moar, 't es gedoan," zei hij, zich nijdig loswringend. "Blijf hier, boas, wa goa-je doen?" "Hoal mij mijn klakke," zei Smul. Kamiel vloog in huis, nam Smuls pet, die naast den haard lag en rende er weer mee naar buiten. Smul zette ze op, veegde met zijn mouw het bloed van zijn gezicht en stapte somber, gedrochtelijk-hinkend, naar het hek.

Zij wist niet wat te antwoorden. "Ha moar ge zij gij boas!" riep zij eensklaps, instinctmatig, onbewust van wat ze zei. "'K ben knècht," zei hij met nadruk; "'k ben knecht en 'k 'n wil hier giene knecht mier blijven. 't Moet 't ien of 't ander worden: mee mij hirtreiwen, of ik hier wig." Daar was het groote woord gezegd, dat wat ze bovenal vreesde.

Nu kon ook Florimond niets anders dan juichend goedkeuren; zij gingen alle twee bij 't venster nauwkeurig de details ontleden en toen keerden zij zich met een oolijk lachje naar Fons om en vroegen hem of dat een meisje uit het dorp was. Joajoa 't, antwoordde Fons, 't es Lisatje Van Belleghem, 't dochterke van mijnen boas.

"Tuttuttut! al wa konten!" riep moeder met boersche ruwheid, zonder zich aan de voorname tegenwoordigheid te storen; "nen boas es nen boas en ne knecht moe ne knecht blijven, of anders 'n deugt het niet. Mijne man euk dikkels ziek geweest en ik zeven kinders g'had: moar ne knecht of 'n meissen 'n hân verdeeke! nie moeten probeeren van in ònz' ploatse boas of bezinne te spelen!

Maar hij kreeg zelfs geen antwoord; 't was of ze niet gehoord hadden. Dons had zijn beursje bijna tot den bodem leeggeteld, en keek Alfons en Smul met zijn kleine, flikkerende oogjes aan. "Veur ou," zei hij, vier stukken naar den paardenknecht toeschuivend. "Merci, boas," dankte Smul kortaf, langzaam de stukken oprapend en die in zijn ondervest verbergend. "En de reste veur ou.

Doch hij kwam in 't geheel niet terug... Dagen, weken, maanden gingen voorbij en van "den nieuwen boas" werd zelfs niets meer gehoord. 't Was of hij nooit bestaan had, en de Stier, stil in zichzelf teruggetrokken, uitte verwijt noch klacht.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek