Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
"Dat kunt gij gemakkelijk voorkomen, als gij maar aan den klerk zegt, dat er aan die geldtreinen zooveel gelegen is, dat er veiligheidshalve altijd een losse locomotief vóór zulk een trein wordt gezonden. Dan zullen zij aan geen opbreken van de rails denken. Als gij het maar oolijk aanlegt, zal alles zoo mooi gaan alsof het met een schaartje geknipt is.
Anatole, de pompier, die de indruk maakte van een ros schaap was gedurig werkzaam rond haar, haalde de flesschen en schikte de roemers op de tinten schenkborden. Zijne ooren lepelden over zijne smalle slapen. Voór den toog stond, in scharlaken livree, de "chasseur," een jongetje met een oolijk ziekelijk hoofd en puntige oogjes.
Moeder is in die soort van zaken nog al oolijk. Zij meent dat het u best zou staan, als ge priester wierdt. Het viel Emanuel zeer hard. Hij dacht aan Renildeken, aan al de mooie dagen die hij doorbracht met haar. Hij zag ze in haar smal kleedje en zag hare zoete wangen, die bepoeierd schenen met een geurig meel van zeldzame bloemen.
Heel leuk en kalm stapten Deeske en Theofielke door het glazen portaaltje naar buiten en zetten hun weg verder voort. Hawèl! wat dijnkt ou? Zoên we leute hèn vandoage! lachte Theofielke. Deeske, de koontjes vurig-rood en de kleine oogjes oolijk schitterend, moest het van dolle pret even uitschateren. Of ze leute zouden hebben met dat valsche stuk!
Maar opeens klonk van de andere zijde van het schip de luide stem van den ouden Indiaan: "Nientropan-homosj oolijk geweest. Onder het schip wegzwemmen, om panter niet laten zien. Hier onder zijn." Nu vloog alles naar stuurboord, en de kapitein commandeerde, touwen uit te werpen.
Hij neep zijn één oog toe en trok een oolijk gezicht Kerel, ik vind je lollig maar ge stoeft een beetje! dacht hij. Maar als Manes hem weer in 't wezen keek, was de ongeloovigheid er al af en de bewondering en 't goed vertrouwen weer bloot en hij luisterde naar den kerel en zijn wondere knapheid.
Elkendeen luisterde en de ongemakkelijke stilte heerschte lijk te voren, alle geluiden der strate groot makend. Tante Olympe ging kijken of Wiezeken sliep. Ze kwam weer op hare teenen, elkendeen geruststellend. 't Slaapt lijk een engelken. Overmorgen is het te been. Ameye boog zich naar Goedele en vroeg, oolijk lachend, wat hare meening was omtrent Mariëtte.
Ik heb het leven en de menschen leeren kennen, en de slotsom van die kennis is deze, dat iemand die oolijk is, geen domkop mag wezen. De menschen willen bedrogen zijn, en men doet hun wezenlijk een genoegen, waarvoor zij zich zeer erkentelijk betoonen, als men hun knollen voor citroenen verkoopt.
Af en toe hield zij even op met naaien en zat een oogenblik doodstil en roerloos, luisterend, de oogen strak, een glimlach op de lippen. Maar zij hoorde niets daarbinnen, geen woord, geen zoen. Zou hij haar zelfs niet eens een zoen geven? Zij dacht daar even over na en glimlachte, en warmer werd de frissche kleur over haar zachte wangen, terwijl haar oogen oolijk straalden....
Een groene smaragd straalde op haar kleinen vinger. Ik heb geen geluk, zuchtte zij. Florjan Pacôme glimlachte en keek daarna Henriëtte in de oogen. Zijn blik was oolijk en grijs. Een kleine roode puist kleurde op zijne linkerwang. Het geluk, mijn liefje, is een uitvloeisel van de menschen. Het is een tooverwoord, waarmede zij de oorzaken van hun vreugd omhangen. Wat hebt gij te melden?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek