Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


Och, lachen om wat je niet begrijpt is gemakkelijk.... "Die oude kast?".... Een familiestuk. Was 't laatst van m'n moeder, 'k Heb altijd het gevoel alsof er wel iets van haar aanraking in moet zijn nagebleven. Na haar dood, ik was toen vijf jaar, gaf Jans, die pas was getrouwd en in die dagen veel bij ons aanliep, me eens uit een van de laden een grooten, rooden appel. Ze knielde bij me neer, draaide den appel om en om, boende hem met een tip van haar boezel tot hij glom. Dan kneep ze me in de wangen en zei: "Nou mot je zelf ook zukke mooie rooie koontjes op je bleeke snoetje zien te krijgen, kleuterke....! Eet je wel genog? D

Ik had, wel is waar, mij aangenaam kunnen bezig houden met de beschouwing van het fijngevormde neusje, de aardig gekuilde koontjes en rozeroode lipjes, die het bevallige aangezichtje mijner nieuwe halvekennis versierden; maar ik begreep dat betamelijkheid mij verbood, haar zoo gedurig aan te staren.

Ge zijt liefderijk en bedeesd; ge hebt koontjes die den zusterkus wachten en lippen die den liefdekus willen." "Zwijg, vat!" riep Courfeyrac. Grantaire antwoordde: "Ik ben meester in de minnekunst." Enjolras, die op de barricade stond met het geweer in de hand, richtte zijn schoon, ernstig gezicht op. Enjolras had, zooals men weet, iets van den Spartaan en den Puritein.

Wat al schoonheid, wat al lieftalligheid, wat al frissche koontjes en roode lipjes, wat al smaak en verscheidenheid van kleeding of versiersel; maar ook wat al bespottelijke ijdelheid, wat al gerimpelde aangezichten met kunstmatige kleursels, wat al grijze haren met toques of linten, en dan wat al hoffelijkheid van wit geganteerde lions, wat al gekunstelde lachjes van jonge en oude coquettes, wat al nonchalante en toch zoo hoofsche maar altijd bestudeerde poses; in één woord, welk een mengelmoes van het parterre af, tot aan de gaanderij toe van rijkdom en middelstand, jeugd en ouderdom, schoonheid en leelijkheid, kunst en natuur, ja, een aanblik voor den opmerkzamen beschouwer reeds den geheelen toegangsprijs waard.

Pas begint er weer een blos op de koontjes te komen en gij zoudt uw best doen om hun die aschmanskleur terug te bezorgen, die zij hadden toen ik u 't eerst zag." "En gij zoudt verlangen," zeide Madzy, "dat die blos op mijn wangen gekocht werd door de bleekheid op die van anderen?

Het werkte prikkelend op hem in, het wond hem hoe langer hoe meer op, zijn oogjes glinsterden en zijn koontjes bloosden; hij dronk maar grif de "dreupelkes" en "pijntsjes" uit, die hem voortdurend werden aangeboden; en, toen hij met invallende schemering op de boerderij terug kwam, liep hij een paar keer tegen de stammen van den boomgaard aan, voor hij de deur van 't huis kon vinden.

Zie, het wakker geworden jongske, met zijn frissche koontjes door den slaap gekleurd, het lacht en kraait zijn lieven vader weer toe. "Sust sust Fritsje, stil! geen leven maken mijn kleine man!" zegt Philip, en neemt het blondkopje uit de wieg, dien lieven kleinen mol!

't Knaapje, door de smart gefolterd, Barstte los in luid geween; En terwijl een vloed van traantjes Langs zijn bleeke koontjes dauwde, vloog hij naar Cythere heen: "Moeder!" riep hij, "'k ben verloren! Red mij op mijn jammerklacht; Ach, een kleine slang met vleugels, Door den landman bie geheeten, heeft me een wonde toegebracht!"

"Het ding was malsch en niet malsch," antwoordde de aangesprokene: "haar koontjes waren als kussentjes, doch hare nageltjes waren als krabbertjes; tot straf echter is de gouden boot van haar hals, in mijn zak overgegaan." "Geef hier!" hernam de eerste spreker, en vervolgde terwijl hij het halssieraad bij zich stak: "Gij zijt een slimme vogel; een dief die zijn handwerk verstaat."

Het vlammetje verlichtte leuk zijn oolijk-knippende oogjes, zijn bruinen kroezelbaard en zijn rood-glimmende koontjes. Hij voelde zich zoo echt prettig gestemd en welgedaan.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek