Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


"En Bart is zoo slofs!" zei Frerik, weer zuchtende. "Och! kwoad is ie niet," hernam de oude man: "moar slofs is ie, dat is ie." "As ie oe moar goed verzurgt, en as ie Door ook moar uut den weg blieft, went hie zit 'r altied op de kop. 't Is 'en ding."

Ze vermoedden wel, dat Geerten den Bart lekker had mogen betalen voor die hulp, maar 't gaf hun tevens de zekerheid dat de mededinging nog scherper worden zou. Rik-Schampavie-zelf, duchtte Geertens concurrentie, het meest wijl hij nog steeds iedere week geld aan den baas uit 't Feschken afkorten moest. Er ontstond van lieverlede eene toenadering tusschen de ploeg van Rik en de gewone roeiers.

"Och, wat za'k oe zeggen?" hernam de grootvader: "de jong zal zien eigen licht wel oangriepen; hij 's nog zoo jong; en met Gods zêgen, dan kan alles wel terecht kommen. Ook is 't nog niet zeker da'j d'r ien zult speulen. 't Kan licht nog meeloopen. As 't mot dan mot 't, en dan za'k met Bart en Door wel doen wa'k kan. En voorts," besloot hij: "'t zal êvel toch moar veur drie moanden zin."

Breng de schillen naar de keuken, dan zal ik grootmoe helpen. Wat is 't slecht weer en dat tegen Paschen, ik kon op den dijk haast niet blijven staan." Elsje ging naar de keuken. Zij mocht de aardappels wasschen; op een stoof kon ze net bij de pomp. Bart speelde buiten met Krijn en Jaap, die in de andere twee huisjes woonden.

Ja, 't was Bart. Met woorden, getuigende van oprecht berouw, bad hij om vergiffenis voor het kwaad, dat hij gepleegd en het leed dat hij veroorzaakt had; verhaalde later omstandig zijn misdrijf; hoe hij, nadat het geld spoedig was verteerd geweest, een heerendienst had gezocht en bekomen, terwijl hij nu het ontstolene terugbracht in de hoop dat hij de gevraagde vergiffenis zou erlangen.

Bulderend sloeg de wind naar binnen, gauw de deur dicht! Brr, wat was het koud. Krijn liep al op hem af. "Nou vooruit! wat laat je ons lang wachten. Moet je geen jas aan, heb je je brood?" Hij dacht niet anders of Bart ging mee. "Hij heb em stikum gesmeerd, natuurlijk," lachte Jaap. "Heb 't lamme, ouwe wijf 't niet in de gaten gehad?" dat was Bart toch te kras.

Baar stond Krijn bij zijn moeder in de keuken. "Ben je er al?" vroeg hij met zijn mond vol. "Moeder pakt me brood in." "Heb je niets bij je," vroeg Krijns moeder. "En moet je geen jas aan? 't Is veel te guur en je krijgt nog wel regen ook." Bart schudde van neen; hij had wel kunnen huilen: hij durfde niets zeggen, omdat hij zich niet goed kon houden.

A. Hedde de wiele van oew kèr al laote veraandere, Bart? B. Neeë, Arjaon! zou da toch mötte? A. Jao, jao, da möt zeker; ik hoar zegge, das ze d'n earste van d'aander mand mee smalle raoje niemar meuge rije. B. Nou, de mijn zulle dan toch nog nie veraanderd zen: d'aambachte kunne 't ok aomal nie gedaon krijge. Hedde gij de jou al veraanderd?

Grootvader at weinig, Frerik heel min, en Door geen spier , terwijl Bart voor de derde maal zijn bord vulde, "went, warken en honger liejen dat kos niet!" Den volgenden morgen vertrok Frerik. Was het den jongen soldaat vreemd in zijne nieuwe omgeving, vreemd evenzeer was het zijnen huisgenooten te H. toen de jongen weg was. Grootvader vooral zuchtte dikwijls.

"En ik dan, wat zou ik geweest zijn zonder mijn goeie tweede moeder," vroeg de jonge vrouw weer, terwijl ze haar goed afdeed en Elsje wat aanhaalde, die zich tegen haar aandrong. "Heb u de aardappelen al geschild?" vervolgde ze. "En waren de kinderen zoet. Was Bart gehoorzaam!" "Best hoor," antwoordde grootmoeder, "en hoe was 't met Mevrouw!"

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek