Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
"A zoo lief kind! wat is er?" zei de jonker, vriendelijk knikkende. Doortje, die nooit tot zoo'n edel mins gesproken had, vond het veuls te gek, om hum maar glad-af jonker te nuumen en antwoordde aarzelend: "Och mienheer de jonker, of Bart ook hier is?" De jonker glimlachte, en zei "Maar kindlief ik weet niet van wien je spreekt?" "Van Bart die bij zien grootvoader t' huus is," hernam Doortje.
"Kom, nou Bart," vroeg Elsje weer, zich herinnerend "grootmoe zegt, dat je moet komen, om hout te hakken; anders gaat de kachel uit." Meteen keerde ze zich om, huppelde terug naar het huisje bij den dijk en verdween in de kleine, groene deur. Grootmoe zat in een houten leunstoel, met de voeten op een krukje, voor de kleine potkachel, waarop een pan stond.
Hè, ik word er bang van." Ze drukte haar hoofdje tegen grootmoe aan en gluurde onder de haren door angstig naar buiten. "Grootmoe, kijk u eens," riep Bart opeens. "Wat is dat daar tusschen het gras. Kijk, allemaal kletsnat van den regen, 't lijkt wel een sloot." "Ja," antwoordde grootmoe, "het regent ook zoo, 't lijkt wel groote schoonmaak daarboven. De grond kan het niet ineens verzwelgen."
Maar in den nacht, waarvan ik sprak, toen was die man een kind; zie, de datum heugt mij nog, het was de vierentwintigste September " "Toen ben ik bevallen, Bart!" "Dach ik het niet al," zei oude Jaap, "dat het bijgeloof was?" "Stuurman," zei hij, "ik ben geen fijmelaar; maar was ik jou, ik ging naar mijne kooi, en ik deed een gebed, dat zal je lucht geven."
Ik zie een schuitje," juichte Bart. Hij gooide het venster open en riep zoo hard hij kon: "Vader, vader!" Ze konden hem nog niet hooren in het schuitje en hij kon niet zien, of het vader was. Nu zag hij drie menschen. Eén stond overeind, twee roeiden heel hard. Ja, het was vader! en moeder stond. "Moeder! Vader!" gilde hij.
Van Frerik kon Bart niet het minste verdragen, en ofschoon hij hem als broeder geen kwaad hart toedroeg en misschien zelfs in 't diepst van dat hart van hem hield; zoo was het steeds, wanneer deze hem vriendelijk tot zijn plicht riep: "Nou, nou, heb moar zoo'n proats niet umda'j 'en poar joar ouwer bint.
Vader gooide de andere deken ook in het schuitje, sprong er toen zelf in en nam de riemen weer. "De Heer zij gedankt," stamelde grootmoeder, terwijl moeder de haren uit haar oogen streek en snikte, "Arme moeder, hoe bent u boven gekomen?" "Bart," zei grootmoeder. "Bart heeft me gedragen." "Goed zoo," zei vader. "Brave jongen," zei de andere man, en moeder knikte hem toe, maar Bart zei niets.
"Ga je weg," zei Bart, "je blijft daar, hoor!" en hij duwde haar weg en holde de ladder af, weer naar de kamer terug. "Grootmoe, ga op mijn rug zitten, gauw, ik ben sterk. Kijk het water is al zoo hoog. U zal verdrinken, toe dan," smeekte hij. "Nee jongen, het is te zwaar, je zou omvallen en zelf omkomen, ga naar Elsje. God behoede je, mijn jongen." Ze zoende Bart op beide wangen.
"Onze Lieve Heer zal er wel wijs uit worden," zei ik, toen ik snikkende "Amen!" sprak, "en er voor haar wel bij zorgen," want ik had Machteld-moei in mijn gebed vergeten, de sloof, die mij bidden heeft geleerd ik vergat haar om jou." Stel u eens voor, hoe Hanna Bart bij die woorden aanzag!
Na het eten, terwijl moeder in de keuken de borden waschte en grootmoeder zat te breien aan een paar kniekousen met roode randen, die Bart zoo graag wou hebben, stoeide vader met zijn jongens, zooals hij Bart en Elsje noemde en klonk hun gelach en gejoel boven den wind uit, die toch luid om het huisje gierde en door den schoorsteen bulderde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek