Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Elsje stond nu naast hem en riep ook mee en moeder stak de armen omhoog on riep: "Bartje, Elsje!" "Alle drie," riep Bart terug. "Grootje!" riep vader. "Ja, ook, grootje ook!" "God zij dank," zei vader en liet de riemen los. Ze waren nu met het bootje vlak voor het zoldervenster.
En toen ze groot waren en vader in dienst was geweest en terug kwam en goed zijn brood had, als scheepstimmerman, nou toen trouwde hij met Marijtje; en toen hadden ze samen maar één vader en moeder; begrijp je? en nou heb jelui alleen je grootje, dat dubbel van jelui houdt." "O," zei Bart, "zie je nou wel. Jaap zei, dat het niet kon en moeder had het toch gezeid."
Voor grootvader had Bart nog eenig ontzag, en wanneer deze den jongen eens in gemoede had aangesproken, dan zag men hem meestal eenige dagen lang, weer ijveriger werkzaam, doch spoedig had het geneesmiddel uitgewerkt, en dan ook was Bart weer slof en lui als vroeger, liep heele dagen weg, en vermaakte zich met dingen die niet deugden.
Bart op den hoal; 't geld weg; 't geval met Door!!!....En de tabak verhoageld....! Frerik wist niet, wat hem van dit alles het meest bekommerde; maar, toen hij nog een geruimen tijd gepeinsd en den dierbaren grootvader steeds geliefkoosd had, toen riep hij eindelijk; "God het mien gebêjen verheurd. Hij het oe gespoard.
Als de regen temet ophoudt, trekt het wel weer weg." "Anders moet ze maar een schuitje nemen, er zijn wel bij vader op de werf," zei Bart weer, schertsend. "Het zakt zóó wel," stelde grootmoeder gerust. "Maar nou nog niet. Het komt verder. Kijk die koeien, 't is net of ze wegzinken in den grond. Ze probeeren weg te loopen, maar ze kunnen niet. Kijk, het paard wil tegen den dijk op.
Weinige weken later, toen alles geschikt was want bij de boeren gaat zoo iets meestal vlug in 't werk, waren de weezen bruid en bruidegom. De kleine vlag van 't kasteel wapperde langs de wijnrank, die den voorgevel der kleine woning omringde. Wessels, de oude, was wel wat sufferig, maar deelde toch in de vreugde zijner kleinkinderen. Frerik en Doortje waren meer dan gelukkig. En Bart?
Plotseling sprong Bart overeind, sloeg zijn armen om moeders hals en hevig snikkend bracht hij er hortend en stootend uit. "Ik-had-stil-met Krijn en Jaap-willen-meegaan. Ik zal-het-nooit weer doen." Eerst begreep moeder het niet en dacht, dat hij wat in de war was van alle angst.
Ja Bart was weg en bleef weg. Maar, toen Doortje, ruim een jaar later, met een bloeiend knaapje op den schoot naast grootvader aan den haard zat, en Frerik met de blijde tijding van de deel was gekomen dat de tabak allenmoal best binnen was, toen werd, weinige oogenblikken later, de voordeur der woning geopend, en trad er een bediende in sierlijke livrei binnen nog mooier dan die van den b'ron en viel met de woorden: "Grootvader, grootvader, ken je Bart nog?" voor den ouden man neder.
Bart antwoordde niet meer; hij kreeg de kindercourant uit de kast, ging aan de tafel zitten met zijn handen onder zijn hoofd en zijn vingers in zijn ooren. Hij hoorde niets meer of deed net, of hij niets hoorde. Grootmoeder vervolgde haar lezing. Elsje zat naast haar voor het raam met haar pop op schoot en keek naar buiten, naar de koeien en paarden, die met dekken om al in het land liepen.
Ik zal moeder dragen." Bart werd ook opgetild; een man droeg hem het dorp in. Als een loopend vuurtje ging het van mond tot mond. "Hij heeft zijn grootmoeder gered!" en in menig oog blonk een traan. Vergezeld van een groote menigte ging het in optocht naar het huis van den burgemeester. De goede burgervader liep vooruit en opende de deur. "Hierheen met je moeder, Lubbe.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek