Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
"Je moeder ook al?" "Neen, die nog niet." "Nou, weet je wat, dan wachten we tot je moeder weg is en dan kom je stil door de achterdeur. Ze kan je toch niet naloopen. "Je bent ook zoo'n flauwerd. Ga nou gauw terug, dat je moeder niks merkt; ik wacht met Jaap bij de schuur." Bart ging schoorvoetend naar huis terug. Zou hij dat doen? Als hij maar terug was vóór vader en moeder.
Er kwam geen mensch meer over den dijk. Het werd maar steeds donkerder. Bart kon haast niet meer lezen bij de tafel. Zwarte wolken pakten zich samen en joegen in groote vaart door de lucht. Weldra kletterde de regen in stroomen neer, zoodat je haast niet in de verte kon zien. De wind nam in hevigheid toe en bulderde en gierde dat Elsje er bang van werd. Ze trok grootje aan haar mouw.
Haar hart klopte: Zoo bij de b'ron! "Is Bart nog hier?" vraagde het meisje aan den bediende die haar de deur opende. "Bart wie is dat?" "Wel, de kleinzeun van d' ouwe Wessels," hernam Doortje: "Het ie geen pacht gebrocht?" "Daar weet ik niets van," antwoordde de knecht schouderophalende: "Maar ik zal 't eens vragen. Kom binnen?"
Weinige minuten later was Bart gereed, en toen hij Doortjes vraag: "Goa'j d'r op uut?" met een: "Wat schêlt óu dat?" had beantwoord, toen kwam hij bij grootvader terug; nam het zekske, en liep langs 't bongerdpad, noar 't kastêl toe. Voorzichtigheidshalve had grootvader aan Bart geraden, om het zakje maar in de handen te houden, en de dikke jongen gaf dien raad gehoor. Bart liep het bogaardpad.
Twee dekens en een kussen haalde hij er uit en laadde het op zijn hoofd. Toen greep hij zijn jas en grootmoe's Zondagsche japon. Allemaal op zijn hoofd, zoo ging hij terug. Het water kwam nu over zijn middel. De blokken van zijn bouwdoos dreven er op en grootmoeders stoel hobbelde heen en weer. "Bart! Bart dan toch!" riepen grootmoeder en Elsje. "Ja, ik kom." Daar was hij weer bij de ladder.
Vergetend, waarom ze naar buiten kwam, bleef het kleine meisje met aandacht staan kijken naar den tol van haar broertje. "Nou, boodschap loopen?" vleide ze. Maar Bart had geen ooren voor haar en volgde aandachtig de beweging van den dikken, gelen tol, die zoo hard draaide, dat 't leek of hij stil stond.
Hij komt ons vast halen." "Ja, ja," knikte grootje, "vader komt ons halen." Voldoening. Bart had geen rust. Hij ging weer eens naar het venster. Het regende niet meer, maar je zag alleen water en hier en daar stak een punt of een boom een eindje uit. Het was een troosteloos gezicht. Een schuitje zag hij niet. Toen ging hij naar het luik. "Hier blijven," riep grootje.
"Ikke?" zei Bart: "doar he'k geen sjeniejigheid in. Woarum doe'j 't eiges niet?"
"We zouen morgen naar Krijn zijn oom gaan in den polder, die heeft een groote boerderij en daar zijn allemaal kalveren en biggen." "Tuut, tuut," zei vader, "we zouen? Heb je het dan aan moeder gevraagd?" "Aan mij niet," zei moeder. "Nou, ja, als u het goed vond," bromde Bart. "Maar we vinden het niet goed. Het is wel jammer voor je, maar je kan nog wel een anderen dag.
"Dag moeder," zei Krijn en hij stapte de deur uit naar het huisje van Jaap. "Ik ga niet mee," zei Bart nu bedrukt. "Hè, mag je niet, da's gemeen," was 't antwoord, "je hoeft toch niet op je zusje te passen." "Moeder is niet thuis vandaag," antwoordde Bart. "Nou, je grootje is er toch. Wat zou dat? Kom ga maar mee!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek