Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


"Kom dan! het water!" meer kon Bart niet hooren. Daar kwam Jaaps moeder ook met kleine Koosje op den eenen en den hond onder den anderen arm. Ze gleden haast uit, maar ze liepen toch door en gingen naar den dijk toe. Bart trilde van angst. Wat moest hij doen. Grootmoe! zijn bloed stond stil van schrik. Het was vast niet van den regen.

Bart, zeidet gij altoos, Bart had geen matroos behoeven te worden, als een mensch zijn zin niet een mensch zijn leven was; en ik ben maar " Inderdaad, ik had mijn opstel wel het lezende vrouwtje mogen betitelen, zoo weinig gang is er in nog altijd brandt de lamp, nog altijd staart zij voort maar wees gerust, wij naderen het sombere heden toch.

"Kan mien heer de jonker me niet zeggen woar ie is?" "Ik begrijp je niet," hernam de jonker, terwijl hij Doortje met welgevallen beschouwde: "Wie is die grootvader?" "Wel, Wessels!" sprak Doortje: "Is Bart niet hier gewêst um 't pachtgeld te brengen?"

"'k Weet ook," vervolgde hij: "da'j veur grootvoader zoo goed bint as 't kan. Nou wou 'k oe moar zeggen Door, da'j toch, as 'k weg bin, zóó altied mot blieven. Hou moar vrêje met Bart, en zurg as 'en dochter veur d'ouwe man. As 't in den tabak te straf geet, dan mo'j Joapik oe bruur, nog moar is 'en dag oan 't brêke zetten, went grootvoader kan 't nie meer rooijen, heur ie?"

Hier wil ik nog enkel vermelden, dat zijn broeder Barent of Beern Hiddes de Vries met en onder hem bestendig als Kapitein heeft gediend; dat zijns broeders zoon, Hidde de Vries, opklom tot Schout bij nacht en zich in 1694 het bevel zag toevertrouwd over een eskader van 14 schepen, toen hij in een hevig gevecht met Jan Bart doodelijk gewond werd.

Bart zag wel een beetje tegen die groote jongens op, die nog al brutaal waren en wat vrijer, dan hij. Zijn vader en moeder keken nog al precies, die van de andere jongens letten niet zooveel op hen. Nu moest hij zijn nieuwen tol laten zien, dien hij van vader had gekregen, omdat zijn eerste gedragboekje op deze school zoo goed was geweest.

En nu Bart, die schreide, zoo als een man schreijen mag, van weelde, van verrukking, van zaligheid, bij het zien van zijn evenbeeld, van zijn kind, dat niet bang scheen voor zijne ruwe handen, dat niet wegkroop voor zijn' harigen kus, die hem de armpjes toestak! Hanna's gemoed, zeide ik, was vol van den keerkringsnacht.

Dat Frerik steeds sprak zoo als hij 't meende, erkennen wij gaarne; doch dat hij somwijlen iets meende dat niet zoo was, zullen wij later zien. Bart eindelijk, de nu zestienjarige Bart, was een klein dik ventje; werken kon hij zoogoed als de beste, maar kunnen is geen willen, en aan 't willen, zie, daaraan haperde het.

"O,'t gaat veel beter, maar ze mag nog niet loopen van den dokter en nou vroeg ze of ik morgen ochtend haar nog eens kwam helpen. Ze is jarig morgen en dan met de kinderen. Nou ik zeg, Mevrouw toen u nog een meisje was, hebt u ons zoo geholpen, 't zou niet mooi wezen, als ik u nu niet hielp. U wil toch wel nog een dagje alleen blijven met de kinderen, Bart is nou toch thuis."

"Toch niet," zei ze, vrij streng; en toen hij alevel opsprong, oef! toen had dat mooije gezigtje eene waardigheid die Bart overtuigde, dat de gelegenheid voor dolle grappen met de zwarte nikkers vervlogen was.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek