United States or Portugal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Want zieje, dan kon Pieterse best meeryden. Weetje wat je doet, Pieterse? Je moet de goedheid hebben even by m'nheer Calbb te gaan, en doe't kompliment van my van m'nheer Pompile, moet je zeggen en vragen of m'nheer Calbb... Calbb is niet thuis, bromde Eugène. Zoo? Wel, Pieterse, dan moet je-n-eens zoo goed wezen naar m'nheer Calbb z'n huis te gaan, en... je schelt huis, weetje?

"Nou, kom dan hier zitten." riep één der medereizigers, die aan de overzijde der boeren achteruitreed: "Hier zit uwe op de eerste bank achteruit." Gerrit zag zijn zoon aan, en beiden strompelden door den schokkenden wagen naar de andere zij, en namen die eerste plaatsen in bezit. "Da' schêlt 'en boel!" zei Gijs, wiens huid naar 't vel eener geplukte kip geleek.

Toen echter het gekoos eenigen tijd had voortgeduurd, begon Jenneke vreeselijk te beven. "Wat schêlt oe Jenne?" vroeg Jozef. "Och Jozef, heur ie dan niks?" was Jennekes wedervraag: "'t was krek of 'k zuchten heurde, en geritsel bij den bongerd." "Malligheid dern," hernam Jozef. "Neen Jozef, heur dan moar: ik bin zoo oakelig! Hawwe 't moar niet begonnen. Ik gleuf da'k toch slecht heb gedoan."

Het rijtuig nadert naar deze zijde. Terug Ronner, wanneer het die Indiër ware. Terug! Zoo snel 't hem mogelijk is, spoedt hij zich de stoep weer af, en gaat den hoek van het huis om. Toch moet hij zien of hij zich niet bedroog. Het rijtuig houdt stil voor de stoep. Men schelt. Zie, hij wipt de wagentree af. Het schijnsel uit de opengaande deur verlicht voor een oogenblik zijn gelaat.

Ik houd u voor haar leven aansprakelijk, Pacôme .... Hoort ge mij goed, Pacôme? Kijk niet zoo angstig naar de deur. Het huis is ledig. Uw knecht zit met mijn chauffeur in den kroeg .... Ge schelt? .... Onnoodig, laffe Pacôme! Sörge was in stijgend geweld waarlijk schrikkelijk geworden. Pacôme deinsde voortdurend achteruit, rugde eindelijk tegen den muur.

Hij staat op de stoep, hij schelt aan: Margrietje, die voor het bovenkruisvenster gegluurd en hem herkend heeft, snelt naar voren, laat hem binnen en haast zich, de voordeur weer achter hem te sluiten. "Goddank! dat UEd. gekomen is, buurman Smit!" zegt Mevrouw De Ruyter, opstaande en hem de handen drukkende: "wij zitten hier in doodelijke verlegenheid, wat te doen."

Janboer, die sedert het voorgevallene geheel van streek was, keek Berend aan alsof deze een tijger was die op hem loerde. 't Was alsof hem de woorden in de keel bleven steken; en toen hij eindelijk de stem terug kreeg, zeide hij, terwijl hij zich eensklaps omwendde: "Mins, mins, 't schêlt oe in 't heufd, of, ge zint slecht!"

"Guns Archibald, hoe kom je er aan?" "Ja hóe ik er áánkom dat vraag ik ook; tenminste als ik u zulk een bedenkelijk gezicht zie zetten. Enfin, dokter Helmond zal misschien liever een glas port drinken." Terwijl Debecque om den port schelt, zegt mevrouw met iets angstigs: "Ja maar, jij lieve Archibald, jij moogt daar niet aan denken."

Daarna schiet hij door luid te roepen van "Poe!" "Kijk, kijk, kijk, kijk!" "Ga naar huis! Ga-je naar huis? Allo, marsch!" "Subiet naar huis! Pas op, je krijgt slaag!" Hij trekt aan een schel in zijn kooi en roept luid: "Wie schelt daar? Pappie!" "Kaketoe, kaketoe." "Gagagaga! Wat wou-je met je ga, ga -jij!" "Daar is het hondje, een lief hondje, een allerliefst hondje!" Daarna fluit hij den Hond.

'k Ben straks vóórdat ik hier kwam gevallen; en...." "En toen zoo'n schandoal hier in huus!! Kom mee, kom mee dokter. Loopen dát zu'j niet. Wat schêlt 't mien! 'k Zal oe voaren tot bij stad. Ze zullen mien nou niet missen of zuuken. 'k Zet Kwiebes den ezel veur 't kerreken op veeren. Kom moar mee noar 't stal. Ze zouwen oe kapot moaken hier! Kom gauw moar; kom mee!"