United States or Netherlands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een heer mag een dame niet ophouden, wel echter met haar meeloopen. Een dame spreekt slechts zelden een heer aan op straat. Op straat behoort men zacht te spreken en vooral nooit hardop namen te noemen, ook luid lachen staat niet voornaam, dat kan men thuis doen.

"zeide Suzanna, haar onder den arm nemende: "wij zullen ruim den tijd hebben, de plaats rond te gaan, eer Tante heeft afgedaan. Laat ons dit laantje ingaan: ik heb u heel veel te vertellen, en Ferdinand mag meeloopen, mits hij niet luistere."

De voerman moet het onmachtig aanzien hoe ze den doctor naast hun paarden laten meeloopen; en als ze met hem uit het gezicht zijn, gaat hij ook maar verder met zijn eenig overgebleven reiziger. Als alles in rust is, houden de ruiters halt.

Daar verleende mijn zuster voor het eerst rechtstreeks aandacht aan Kreel. Als met plotselinge verbazing over zijn aanwezigheid vroeg zij hem, wat hij wou. "Meeloopen", zei hij. Trijn trok haar vriendin, met een verontwaardigden ruk aan heur arm, mee rechtsomkeer, en begon met haar den gekomen weg terug te wandelen. Maar ook op die terugwandeling week mijn kameraad niet van de zij mijner zuster.

Dan schuilt het leven daarachter; dan komt het leven daarin uit; dan straalt het daarin door, dan houdt het zich daarachter verborgen; en al dit uitwendig spreken en belijden en meêloopen is slechts een middel, waardoor het straalsgewijs naar buiten treedt.

Maar in weerwil dat de tocht met voordacht langs achterbuurten gaat, zijn toch vele vrienden en verwanten op de been, die met de uittrekkende lotelingen meeloopen. En dat aantal wordt gaandeweg nog hoe langer hoe grooter. Af en toe knerpt een raam open, waardoor een vaarwel wordt toegewuifd.

Wil ik maar even met je meeloopen naar huis om de centen?" "'k Heb geen geld!" "Och! dat's aardig, dan hebben wij ze alle twee niet... en nou liegt een van ons beiden, maar ik niet. 'k Zei daar straks immers vijf gulden; maar wel bekeken, is dat te weinig, oude heer! Je moest maar liever vier riksen geven, dan kan ik meteen voor den jongen een paar nieuwe schoenen koopen."

Den volgenden morgen pakte Domoor zijn gans op, en ging er meê weg, en om de meisjes, die er aanhingen bekreunde hij zich in het minst niet. Zij moesten maar meêloopen, links en rechts, zooals het uitkwam. Midden op den landweg kwam hen de dominee tegen, en toen hij het spektakel zag, riep hij: »schaamt je toch, jelui onkuische meisjes, met een jongen knaap zoo door het veld te loopen, past je datEn hij nam de jongste bij de hand, en wilde haar wegtrekken, maar toen hij haar aanraakte bleef hij ook kleven, en moest zelf meêloopen. Niet lang daarna kwam de koster, en zag hoe de dominee drie jonge meisjes vlak achteraan liep. Dat verwonderde hem en hij riep: »wel, dominee, waar gaat d

"Ik bespeur ze zoo niet," zegt Krelis, "maar hier me Piet, die ziet ze nogal dik." "Gisteren avend," zegt Piet, een opschietende knaap, de oudste van Krelis-oom, die met een wensch in de oogen beurtelings den jager en de weitasch en het geweer heeft aangekeken; "gisteren avend ging er temet ien tusschen me bienen deur. Een dikke, hoor." "Mag de jongen rais meeloopen?" vraagt Arie aan Krelis-oom.

Uilenspiegel wilde den hond wegjagen, maar deze bleef halstarrig meeloopen, waarop Uilenspiegel hem de volgende rede hield: Hondje, mijn beestje, gij handelt verkeerd met uw huis te verlaten, alwaar goede porties, lekkere kliekjes, mergbeenderen u wachten, om op goed valle 't uit een zwerver te volgen, wien het zelfs aan wortelen zal ontbreken om u toe te werpen.