Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


In 't kort, Mijntje was spoedig wakker en gekleed; ook Pols ontwaakte, toen de welbekende stem hem wekte, en eenigen tijd daarna zat hij met zijne vrienden aan de ontbijttafel, schoon de meesten bleek zagen, geeuwden, en er een was, die dat vroeg opstaan een akelig reisinconveniënt vond. Nu marcheerde het vijftal op.

Neen! dat kan ik niet,” antwoordt Dirk, en hij denkt er bij: „’k Durf Mijntje niet weer onder de oogen te komen, vóórdat de zaak in orde is.” Daarom herhaalt hij nog eens dringend: „’t Heeft haast, portier! Ik zal den baron niet lang ophouden

Dan, hijgend, frisch-rood van de vriezende straat, holde Mijntje terug met 't brood en de heete centen, die ze van 't kwartje werom had gekregen. 't Vierkant brood op de tafel, nam ze 'n mes om 'r op los te hakken. "Schei uit!", schreeuwde Essie, die de eerste homp met vijandige oogies volgde: "schei uit dad-is geen snijje dad-is j

"Mijntje," zei Gijs, terwijl hij bukte om iets op te rapen, waardoor hem zeker 't bloed zoo naar 't voorhoofd liep. "Wat zou die, Gijske?" vroeg de moeder. "Och! zie je, die weet 'r nog niks af." "Da 'j mee goat?" vraagde Gerrit. "Neen," antwoordde Gijs. "He'k van m'n lêven!" hernam Gerrit.

Meijer, 't eerst klaar, belikte 't bord met z'n strakspannen vinger, Bekkie in grappig beweeg doormorste 'r kom. 't Werd stil bij het tikkend scheppen der lepels, maar Jaantje, bang voor Meijer die slùw van 'r snoepte, wegtrok 'r bord dat 't glee van de tafel en viel op 'r rokje. Hard klonk 'r gehuil en heftig van woede sloeg ze den jongen in het gelaat. "Nou! Nou! Is 't uit!", dreigde Mijntje.

"Dovid", zei de blinde met vreugde in 'r stem. Hij was buiten adem van 't loopen, had groote pupillen van opgewondenheid en 'n stem zoo beslagen van zenuwen, dat-ie stond te brabbelen, verward en kuchend. "We hebbe op je gewach! We rammele van de honger!", schreeuwde Suikerpeer. "Is dat uitblijve! Bij achte!", klaagde Reggie. "An tafel! An tafel!", riep Mijntje de lawaaiende kinderen toe.

Mijntje die de trap opsjokte, ketste hen van mekaar. Mal van gebaar, bleek, kwam-ie de kamer binnen, terwijl zij naar 'r vader terug liep. En toen ze 'n oogenblik later, lacherig, dwalend-van-oogen de deur opende, keek ze naar iedereen, niet naar hem, in lichtschuwe beduusdheid. Essie zette koffie, telde de zwarte balletjes acht voor twee cente, zooas ze gedacht had.

Dit was de derde ramp, die Pols op zijn vijfendertigsten verjaardag trof. De vrienden betuigden hem, zoo hartelijk zij vermogten, hunne deelneming; maar Pols bleef stil en zeide: "Niemand weet, hoeveel ik aan Mijntje verlies; zij was geen gewone meid, maar als het ware eene tweede moeder." De Kellner kwam annonceren, dat het diner, door den Heer Polsbroekerwoud besteld, gereed was.

"Dan zalle me hande afvalle, as 'k 't gedaan heb", schreeuwde Meijer schor. "Houe juillie je bekke!", schreeuwde Mijntje, nijdig zich bukkend over de tafel. "Mot hij van me pap g

Want nog terwijl de visch stond te koken, met 'n beetje zout dat Mijntje bij den schoenmaker 'n haurik van 'n vent in de laaste tijd maar zout weigerde je an niemand, an je grootste vijanden niet! had geleend, kwam Suikerpeer thuis met harde bokkings. Wat-ie nooit dee, was 'm vandaag overkommen.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek