Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 oktober 2025
Het kan niet voorbijstevenen dan met behulp van de stoomfluit of van den misthoorn. Het moet zijne vaart breidelen, en toch behoort, in weerwil van al die voorzorgsmaatregelen, eene aanvaring tot de mogelijkheden en is derhalve zeer te duchten. De Albatros heeft zoo iets niet te vreezen. Wat deert haar de mist? In een oogwenk is zij er uit. De ruimte, de geheele ruimte is haar domein!"
Toen bespeurde hij, dat de man, die tot hem sprak, er verschrikkelijk uitzag. Tot op dezen oogenblik had hij, in de bedwelming zijner vreugd, deze vreeselijke bleekheid niet opgemerkt. Jean Valjean maakte den zwarten doek, waarin zijn rechterarm lag, open, nam het linnen, dat om zijn hand was gewikkeld, weg, en liet zijn blooten duim aan Marius zien. "Mijn hand deert niets," zeide hij.
Befiehl du deine Wege Und was dein Herze kränkt, Der allertreusten Pflege Des, der den Himmel lenkt! Der Wolken, Luft und Winden Gibt Wege, Lauf und Bahn, Der wird auch Wege finden Da dein Fusz gehen kann. Dat is: Beveel gerust uw wegen, Al wat u 't harte deert, Der trouwe hoede en zegen Van Hem, die 't al regeert!
TAMORA. Al hadt gij in persoon mij nooit gekrenkt, Om zijnentwille ben ik deernisloos. Denkt, knapen, hoe 'k vergeefs mijn tranen plengde, Opdat uw broeder niet geofferd wierd; Maar Andronicus bleef toen onbewogen. Dies weg met haar, en doet met haar uw wil; Wie 't meest haar deert, zal mij het liefste zijn. LAVINIA. O Tamora, verwerf den naam van goed, En geef mij hier den dood met uwe hand.
En het schuldbesef stelde het blaauwbessenvrouwtje in staat om te bidden, ook onder die bittere beproeving. "Jongman! het deert me, dat ik je verdacht; wijs me nu den weg; Eefje moet morgen meê! God geve, dat hare ziel niet verloren ga als haar ligchaam!"
Ameye haastte zich ook naar de kamer, en Goedele sprenkelde kille droppels op Madeleen haar gezichte. Hoort ge? hakkelde Madeleen, zich opwerpend heel smertelijk in Goedele's armen. Maar wat deert er toch? Hoort ge?... 't Sterft! Ze viel nadien huilend naar voren op Goedele haren schoot en jammerde: Ho! Hoóo!... mijn kindeken, mijn kindeken, mijn dutseken!...
4 wanneer drie schimmen snel loopende zich afscheidden van eenen drom, die voortging onder den regen der rauwe marteling. 7 Zij kwamen te-ons-waart; en elk-ééne riep: "Sta stil gij, daar gij aan uwe kleeding er een schijnt te zijn van ons verdorven land." 10 Wee mij! welke wonden zag ik, versche en oude, door de vlammen hunnen ledematen ingebrand! nog deert mij des, daar mij des heugt.
Hij leert de kerngezonde, immer vroolijke Lotte kennen op een bal. Dat ze reeds verzegd is deert hem niet, zoolang haar minnaar afwezig is. Hij bezoekt haar dagelijks, bewijst haar allerlei kleine diensten en zij laat zich zijn hooggaande vereering welgevallen. Albert, haar verloofde, komt terug, en nu begrijpt hij, dat hij het veld moet ruimen.
Nochtan deert mi bovenal, Die woorde, die hi sprac, die ridder vri, Ende keerde sijn aanschijn omme van mi, Al haddic gheweest een stinckende hont. Dat hebbic so vaste in minen gront, Ende doet mijnder herten also seer; Ic meine, dat hi nu nemmermeer Van mi en weet, goet noch quaet. Ic salt al laten ende gaen mijnder straet Dolen in vremden lande.
De spot der menschen deert ons niet, werkelijk! maar wat ons wèl verdriet deed en heel erg ook, was, dat wij onze lieve Ouders zooveel leed moesten doen met ons trouw blijven aan ons ideaal! Maar wij konden en kunnen niet anders.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek