Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Zijn grootste genoegen is zich te verkleeden als duivel, met horens, een staart en een paardepoot en dan plotseling te voorschijn te schieten, uit donkere hoeken, uit bakkersovens of uit schuren, om bange kinderen en bijgeloovige vrouwen te verschrikken. Sintram heet hij. Hij vindt er genot in oude vriendschap in nieuwen haat te doen verkeeren en de harten met leugens te vergiftigen.
Ga nu niet droomen, dat je Gods gezant ben. Dat zijn we allen, begrijp je? Je moet werken zonder heldendaden, je moet niet schitteren en de wereld verbazen, je moet zóó leven, dat je naam niet al te vaak op de lippen der menschen komt. Bedenk je wèl, voor je je belofte aan Sintram terugneemt. Nu heb je een soort recht te sterven, en 't leven kon je wel eens weinig heerlijks aanbieden.
Vroeger had ze 't lieflijke der zelfverloochening gevoeld, nu smaakte ze er al de bitterheid van. Wat was het offer van haar liefde tegenover het offer van den geliefde zelf? Zij reden zwijgend naar Berga, maar toen ze daar aankwamen en de deur van de kamer openging, viel Anna Stjärnhök flauw, voor 't eerst en voor 't laatst van haar leven. Want daar binnen zaten Sintram en Gösta rustig te praten.
"Wat meent u, mijnheer Sintram? waar spreekt u over?" vraagt Anna diep geschokt. "Ik meen, dat u Gösta niet van u hadt moeten laten heengaan." "Dat was Gods wil." "Ja, natuurlijk. Zelfverloochening is goed en liefde uit den booze. De goede God wil de menschen niet gelukkig zien. Hij zendt hen zijn wolven achterna. Maar stel nu eens, dat het God niet was, die 't deed, juffrouw Anna!
Van de overigen zaten enkelen op het aanbeeld onder den grooten hamer; anderen zaten op de kolenwagens of op een hoop gietijzer. Löwenborg, de oude mystiker, sprak met Oom Eberhard, den filosoof, die naast hem op 't aanbeeld zat. "Van nacht sterft Sintram," zei hij. "Waarom juist van nacht?" vroeg Oom Eberhard. "Je weet nog wel, dat we verleden jaar een weddingschap aangingen.
Hij maakt de honden razend, door ze naalden in in den neus te steken en voelt zich gelukkig tusschen slechte menschen en woedende dieren. Sintram heet hij.
"Daar heb ik ook wel aan gedacht," antwoordde Löwenborg; "maar ik geloof, dat je de zaken niet goed inziet. Te denken aan ons eigen kleingeestig voordeel was ons verboden; maar niet te doen zooals onze eer, onze liefde of onze eeuwige zaligheid 't eischte. Ik geloof, dat Sintram 't verloren heeft." "Je kunt wel gelijk hebben." "Ik zal je wat zeggen; ik weet het.
"Ze gelooven het dus niet?" vroeg kapitein Lennart. "Neen, kapitein," antwoordde de boerin: "niemand gelooft het!" Toen bleef kapitein Lennart niet langer in de kamer, hij wilde naar huis. Buiten trof hij toevallig goede oude vrienden aan. De kavaliers van Ekeby waren juist in de herberg aangekomen. Sintram had ze daar uitgenoodigd om zijn verjaardag te vieren.
Die was grof en haastig in elkaar geslagen, maar met rouwfloers en bloemkransen versierd, hij begreep, dat het de kist van kapitein Lennart was. Men had zeker de kapiteinsvrouw verzocht, de begrafenis te verhaasten, zoodat de groote menigte marktbezoekers aan de plechtigheid deel kon nemen. Hij stond naar de kist te zien, toen hij een zware hand op zijn schouders voelde. Sintram stond achter hem.
En later, als de zeis komt en de halmen vallen en als de dorschvlegel bulderend over hen heen gaat, als de molenaar de korrels tot meel maalt en 't meel tot brood gebakken is, hoeveler honger zal dan door 't koren in die boot daar vóór hem niet gestild worden. De knecht van Sintram legde aan bij de landingsplaats der Gurlita-boeren en veel hongerige menschen kwamen op de boot af.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek