Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


Is er wel een zandbank in de Klarelv of een rif in 't Weenermeer, dat zij niet kennen? Vat hun hand niet even zeker het roer of de talie als den strijkstok of den teugel? Geen van de kavaliers is thuis gebleven. Oom Eberhard heeft zijn schrijflessenaar verlaten, neef Christoffel kwam uit den hoek bij de kachel. Zelfs de stille Löwenborg ging mee.

En Gösta antwoordde haar glimlachend, ofschoon zijn hart bijna brak van smart: "In den ouden tijd, toen ik beproefde arbeider hier op Borg te worden, heeft de Majoorske mij een huis gegeven om in te wonen, en dat heb ik nog. In dit najaar heb ik er alles in orde gebracht. Löwenborg heeft mij geholpen. Wij hebben den zolder geschilderd en de muren behangen.

"Daar heb ik ook wel aan gedacht," antwoordde Löwenborg; "maar ik geloof, dat je de zaken niet goed inziet. Te denken aan ons eigen kleingeestig voordeel was ons verboden; maar niet te doen zooals onze eer, onze liefde of onze eeuwige zaligheid 't eischte. Ik geloof, dat Sintram 't verloren heeft." "Je kunt wel gelijk hebben." "Ik zal je wat zeggen; ik weet het.

Pas op vrienden, pas op!" Toen hij dat gezegd had schoot een vlam uit de oven en bedekte de smidse en de mannen met asch en vonken. Maar niemand werd gekwetst. "Hij wil zich wreken," fluisterde Löwenborg. "Je ben dwaas!" barstte Eberhard uit. "Je moest nu toch wijzer zijn." "Ja dat kan men wel willen; maar dat helpt niet. Zie je nu niet, dat hij daar bij den balk staat en tegen ons grijnst?

Zoowaar! ik geloof, dat hij den hamer losmaakt!" Hij vloog op Eberhard af en rukte hem van 't aanbeeld weg. Een seconde later viel de groote hamer dreunend neer op 't aanbeeld. Er was een kram losgegaan en Eberhard en Löwenborg waren ternauwernood den dood ontsnapt. "Zie je nu wel, dat hij geen macht meer over ons heeft," riep Löwenborg triomfeerend. "Maar 't schijnt dat hij zich wreken wil."

Dat is de zachtmoedige Löwenborg, hij, die zijn bruid verloren heeft in de beek, en die nu meer dan ooit Gösta Berlings slaaf is. Hij sluipt naar de piano. Hij loopt er om heen, voelt er voorzichtig aan en strijkt met zijn zachte hand over de toetsen. Boven in zijn kamer heeft Löwenborg een groote houten tafel, waarop hij toetsen heeft geschilderd en een lessenaar gezet.

Daar hebben we ook ons huisraad en andere dingen, en daar hebben Löwenborg en ik al vaak gezeten 's avonds en er over gesproken hoe de jonge gravin en ik het in het arbeidershuisje zullen hebben. Maar mijn vrouw hoort dit nu voor het eerst, Majoorske. Wij wilden het eerst zeggen, als we van Ekeby vertrokken." "Ga voort, Gösta!"

't Laatst van allen noem ik de besten: de zachtmoedige Löwenborg, de vrome man, die te goed voor deze wereld was en de wereldsche zaken maar niet best kon vatten en Liljecrona, de groote musicus, die een goed tehuis had en daar altijd naar verlangde; maar toch op Ekeby blijven moest, omdat zijn geest behoefte had aan rijkdom en afwisseling om het leven uit te kunnen houden.

Nog anderen waren er die geloofden, dat een heer in 't zwart gekleed, in een zwarte wagen, door zwarte paarden getrokken, was komen aanrijden en hem uit de gevangenis had meêgenomen. En Löwenborg was de eenige niet, die hem in dien Kerstnacht zag. Ook op Fors was hij gezien en aan Ulrika Dillner was hij in den droom verschenen.

Hij weet zoo zeker, of iemand 't hem gezegd heeft, dat er spoedig langs dien weg iemand komen zal en zich in den muil van de loerende slang werpen. Nu zijn de kavaliers gereed van wal te steken. Zij grijpen de lange stangen, om de pramen midden in den stroom te steken; maar daar roept Löwenborg, plotseling: "Houd op, om Godswil! Houd op!"

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek