United States or American Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !
Ach! Marianne! Terwijl Gösta met Marianne danste, zat Sintram al in zijn slee beneden op de plaats en naast hem stond Melchior Sinclaire. De machtige landheer was ongeduldig geworden, omdat hij op Marianne moest wachten. Hij stampte op de sneeuw met zijn groote, met bont gevoerde laarzen en sloeg met de armen, want 't was bitter koud.
Ze heeft onwillige bedienden om zich heen en nijdige dieren. Ze verlangt zoo naar een vriendelijk gezicht, naar een lachenden mond. Dat smartelijk verlangen moet de polka weêrgeven. De menschen kunnen maar niet onthouden, dat ze Mevrouw Sintram is. Ze noemen haar allemaal juffrouw Dillner.
Wel was Sintram een eind achteruit gegaan; maar toch ontkwam hij niet geheel aan den toorn van Melchior Sinclaire. Hij kreeg een glas tusschen de oogen en 't heele vat brandewijn over zijn voeten; maar toen volgde er ook een tooneel, dat nog lang zijn hart verheugde. "Wil de dominé mijn landgoed hebben!" brulde Sinclaire. "Staan jelui hier aan den dominé mijn goed te verkoopen?
En terwijl ze naar hen zit te staren, hoopt zich de toorn op in haar ziel als een donderbui. "Met welk recht," denkt ze, "draagt gravin Dohna die bouquet blauwe anemonen, die op den heuvel aan 't strand bij Ekeby zijn geplukt?" Ze waren allemaal verleiders: Sintram, de gravin, alle menschen wilden Gösta Berling tot kwaad verleiden; maar zij zou hem verdedigen, verdedigen tegen hen allen.
Woord Van De Dag