Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juli 2025


In de vestibule kwam hij Sintram tegen. "Een verduiveld vermakelijke historie!" riep Sintram en wreef zich in de handen. "Je bent toch een kranige kerel, Gösta, dat je dat klaar gekregen hebt." "'t Wordt nog vermakelijker over een poosje," fluisterde Gösta. "De predikant van Broby is hier met een slee vol geld. Men zegt, dat hij 't heele Björne koopen wil en contant betalen.

Gösta bracht daartegen in, dat hij zijn schatten zoo goed verstopt had, dat niemand ze had kunnen vinden; maar Sintram lachte en zei, dat ze tusschen de duivennesten in den toren van Broby verborgen waren. Toen ging hij heen. Gösta ging toen het bosch in. 't Liefst wilde hij sterven op de plaats, waar het meisje van Nygaard gestorven was. Hij had daar den heelen middag rondgezworven.

Want 't was niet voor niet, dat de predikant van Broby als een begeerige vrek rondging onder zijn gemeenteleden in plaats van hun een goede herder te zijn. 't Was niet voor niet, dat de kavaliers regeerden in dronkenschap en overdaad, niet voor niet, dat Sintram hen had doen gelooven, dat dood en verderf hen allen treffen zou.

Kapitein Lennart stond daar op den Brobyheuvel en meende, dat God hem misschien wel gebruiken kon. En zijn vrouw riep hem ook niet berouwvol terug. 't Moet gezegd worden, dat de kavaliers later volstrekt niet begrepen, hoeveel schuld zij hadden aan de hardheid van de vrouw van den kapitein. Sintram zei niets.

Maar toen zij den vroolijken maaltijd geëindigd hadden, toen zij 't vleesch met mierikwortel, de kool en de wafels gegeten en 't kerstbier gedronken hadden, toen Gösta hen had doen lachen en schreien, door hun van den majoor en zijn vrouw en den predikant van Broby te vertellen, hoorden zij sleêbellen voor de deur, en onmiddellijk daarna trad de booze Sintram binnen.

Kon ik 't niet even goed geweest zijn, die mijn grauwe lammetjes van Dovrefjeld haalde en ze den jongen man en 't jonge meisje achterna zond? Als ik 't nu eens was, die de wolven gestuurd had, omdat ik iemand, die mij behoorde, niet missen wilde? Als God het nu eens niet gedaan had!" "Mijnheer Sintram," zegt Anna met zwakke stem, "u moet me daar niet aan doen twijfelen, want dan ben ik verloren."

Ja, zoolang Sintram leefde, werd zijn komst door geesten aangekondigd. Voor hem uit gaan ze, hun wagen rolt de plaats op, hun zweep knalt, hun stem hoort men op de stoep, de huisdeur gaat open en dicht. De honden en menschen worden door 't gedruisch gewekt; maar er komt niemand. 't Zijn de geesten, die Sintrams komst aankondigen.

Zij zei eindelijk: Ja! tegen den boozen Sintram, die haar al vaak ten huwelijk had gevraagd en volgde hem naar Fors als zijn vrouw. Zoo werd ze gescheiden van de oude vrienden op Berga, de oude, haar liefgeworden bezigheden en de oude zorgen voor 't dagelijksch brood. Het huwelijk ging hals over kop. Sintram kreeg met kerstmis het jawoord en zij vierden bruiloft in Februari.

En hij riep Gösta Berling. "Ga naar de vrouwen, Gösta. Misschien verschijnt hij haar ook. Ze zijn daar niet zoo aan gewoon als ik. Ze konden wel eens bang worden. Maar pas op, Gösta, want hij haat je en misschien heeft hij nog wat macht over je om die onvervulde belofte." Later hoorde men dat Löwenborg gelijk had gehad, dat Sintram in dien feestnacht gestorven was.

't Eenige wat hem bezorgd maakte was, dat hij aan de Majoorske beloofd had niet te sterven, zoolang de dochter van den predikant van Broby op Ekeby diende. Maar Sintram zei, dat ze nu niet meer als een dienstmeisje kon beschouwd worden, nu ze haar vaders schatten geërfd had.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek