Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 mei 2025


En zeer zeker zou Reinard Jansen hier niet zitten, had zijn Kommandant hem niet de stellige verzekering laten brengen, dat hij thans van wege de beduidende versterkingen, die de Boeren in den loop van dezen dag hadden ontvangen, kon worden gemist. Doch plotseling mengt zich van een geheel andere zijde nieuw geschutvuur in de wilde oorlogsmuziek. Reinard Jansen spitst de ooren.

»Geachte vrienden!" zegt hij met zijn welluidende stem. »Wie is dat?" vraagt Jansen aan den olifantenjager, terwijl zijn voorhoofd zich fronst, want aan het accent heeft hij onmiddellijk den Engelschman herkend. »Een vriend van oom Dirk," antwoordt de olifantenjager. »Zoo," zegt Reinard Jansen. Zijn voorhoofd effent zich weder. »Geachte vrienden!

En terwijl hij op den verpleger wijst, laat hij er op volgen: »Ik heb u dit gezegd met dezen man tot getuige, opdat uw zoon van elken schijn zal worden ontlast," en hij staart met zijn gloeiende oogen Reinard Jansen aan als de doodschuldige zijn rechter. Doch op het gelaat van den Boer vertoont zich de diepste afschuw, en strak en koud rusten zijn oogen op den stervende.

Want al kon de bruine van Jack het paard van Frits niet bijhouden, het was toch een uitstekende renner, een edel, prachtig dier. Maar welk paard kon het ook uithouden tegen den koolzwarten hengst van Frits! Als veulen had Reinard Jansen het dier voor zwaar geld gekocht, en het aan Frits op zijn verjaardag gegeven.

En nu begint hij met hijgenden adem, met afgebroken klanken en in waren doodsangst een verhaal te doen, waarbij Reinard Jansen de haren te berge rijzen. Hij legt een volkomen bekentenis af, en de stervende schijnt er een wreede voldoening in te vinden, om de waarlijk demonische trekken van zijn karakter in het helderste daglicht te plaatsen.

Een vreemdeling zou hem van hardheid beschuldigen, en in hoever deze beschuldiging waar is, wil ik thans niet beoordeelen, doch dit durf ik te zeggen: wat Reinard Jansen is, dat is hij geheel geducht als vijand, trouw als vriend!

»De jonge baas schrapte eenige vuurhoutjes aan, ik zag duidelijk, dat de houtjes vuur vatten greep snel een bos tarwestroo in de nabijheid, stak de garf in brand en slingerde de brandende schoof op het lage dak." Lucifers. »Bleef Frits toen staan?" vorschte de Boer. »Hij liep zoo gauw mogelijk weg," zegt Hector. »Gingt gij hem niet na?" vraagt Reinard Jansen.

Hij is vijf jaar ouder dan Reinard Jansen, en heeft reeds bij Jansen's vader gediend: bij den ouden strakken Lodewijk Jansen. Hoe menigmaal heeft hij Reinard Jansen, toen deze nog een kleine jongen was, op zijn sterke schouders genomen, en met hem zoo snel over het veld gerend, dat de jongen het uitgierde van pret. Maar ach, dat is lang geleden....

Vol ontroering treedt Reinard Jansen binnen. Dáár brandt de eenvoudige olielamp dáár is de bedstee en dáár, aan het hoofdeinde, met Sultan aan zijn voeten, zit op een schamelen stoel het kleine meesterke, en op dat bleek en fijn gesneden gelaat ligt de majesteit der dienende liefde. Zonder een woord te zeggen, drukt baas Jansen de hand van het meesterke, en hij houdt ze lang en innig omklemd.

»Ten minste, als wij beiden er het levend afbrengen," liet hij er ernstiger op volgen. »Maar wat heeft je toch bewogen om mee te vechten?" vraagde Reinard Jansen. »Wel Oom," zeide de leuke jongen, »in de eerste plaats behoef ik nu niet in het muffe schoolgebouw te zitten, en ten andere wou ik dolgraag meehelpen, om de Engelschen op hun baatje te geven.

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek