Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juli 2025
»Frits ging om half vijf naar de familie Williams?" vorschte hij. Jansen knikte bevestigend. »En wanneer vertrok hij naar Rhodesia?" »Dien zelfden avond, naar ik heb vernomen," zeide Jansen. »Dus hij moet onderweg teruggekeerd zijn, om Waterfontein in de asch te leggen?" vraagde de grijsaard. Baas Jansen stutte het hoofd met de handen, en staarde strak naar den grond.
Of het een schoen was, dien men zich aantrok, omdat hij scheen te passen, dan wel of het alleen om de beleediging was, burgemeester Boom zag den spreker strak in het gelaat en vorschte naar het doel. Dat gelaat loog niet het was rood, de grijze oogen schitterden onder de gefronste wenkbrauwen.
Ik vorschte er naar, maar tevergeefs; de andere bedienden klaagden over hem als over een lastig mensch, die aan vlagen van melancholie leed. Dit maakte dan ook dat ik zijne waarschuwing op dien noodlottigen rijtoer in den wind sloeg, ik schreef het toe aan zijne zwaartillendheid, wat voorzichtigheid en goed beraad hem ingaven.
Zij wisten, dat de woorden moesten worden gesproken, omdat er geen strenger wet is dan het leven. Het waren vreemde dagen, die volgden. Wanneer de boer van het land in zijn hoeve trad, verwachtte hij telkens, dat de vrouw reeds was vertrokken dan was hij blijverwonderd, dat ze er nog zat. "Is er niets gebeurd?" vorschte hij. "Niets? Was er niemand aan de deur?"
Is dat heusch zoo? vorschte de generaal. Heusch, meneer, verzekerde de magere man. De donkere, ernstige man keek den blonde, magere aan en schudde 't hoofd. Hij geloofde niets van die verandering in de wetsbepalingen. Probeert het dan maar eens als ge mij niet gelooft! riep de magere op driftigen toon. De donkere man schudde nog eens zijn hoofd en ging weg.
De oorsprong van alle bestaan; de bron van alle leven door het zonnestofje mensch, onder vele namen ook GOD geheeten; dat hoogste waarnaar de wijsheid vorschte sinds 's werelds bestaan, Flanor zal het alvast eenvoudig geen hoofdletter waardig keuren! Maar neen, de kerel meent het niet, hij heeft er te veel hart en verstand voor.
Ha, da zal wel, e-woar?" meenden Belzemien en Standje. Coben, roerloos en zwijgend, stond zenuwachtig te sidderen, alsof hij de zaak nog niet heel duidelijk begreep. Joa moar, veur hoe lank?" vorschte de zuster, op nijdigen, bijna agressieven toon. Voor hoe lang!... Ja, wie kon dat vooruit zeggen?
Waarover spraakt ge? vorschte hij, O, over alles en over niets. Hij werd nog meer wantrouwend. Het schijnt toch wel, zei hij, dat ik het niet mocht hooren, want hij ging dadelijk weg. Zij zweeg. Ik wil het weten! riep hij, eensklaps jaloersch opvliegend, als een verwend kind. Wat zei hij! Zij aarzelde nog even en toen antwoordde zij: Hij gelooft het niet, dat we getrouwd zijn.
Wie is Jean Valjean? zegt Champmathieu die zich heel verwonderd houdt. Kom, houd u maar zoo dom niet, zegt Brevet. Gij zijt Jean Valjean. Gij zijt in 't bagno van Toulon geweest; twintig jaar geleden. Wij waren er samen. Champmathieu ontkent! Drommels! Gij begrijpt. Men deed onderzoek, en vorschte de zaak na.
De eetbak en de drinkfonteinen stonden als onaangeroerd, geen vogel bewoog op de roestjes of in de nesten. Een schemer trok hem voor de oogen, zijn keel snoerde toe, en hij moest zich vastklampen aan het vlechtwerk om niet te vallen. Ze zijn allemaal weg, griende hij, allemaal gaan vliegen ... Hoe is nu zoo'n ruit gebroken? vorschte Madame, kom, drink eens Snepvangers.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek