United States or Lithuania ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Heb-ie je zoon gezien, moedertje?" "Nee," zei ze snikkend... "Ik heb geen geheugen meer... Nee, nee, nee." ... Dan stond-ie maar weer op in het donker, liep op den tast naar de lamp, schuifelde met z'n vingers over de tafel om lucifers te vinden, streek er een af. "O! O! O-o-o-o!" , gilde zij in de alkoof. "Wees nou toch effen stil" , gromde hij, slaperig, half-suf. "O!... Au-o-o!... A-a-au-au!"

Wat de toch nog zoozeer gestremde en belemmerde beweging tot nu toe al gedaan heeft, merkt men aan kleine dingen en aan groote beide. De Bataks hebben van Westersche instellingen er dadelijk vier overgenomen, met ware geestdrift: lucifers, parapluies, naaimachines en de gramofoon.

Geld kennen ze zoo goed als niet en willen het ook liever niet hebben, maar ze houden van wit katoen, tabak, pijpen, lucifers en dergelijke dingen. Meestal keert men rijkbeladen naar huis terug en bezoekt den volgenden dag weer een ander dorp, waar weer andere industrieën worden beoefend.

Alles was immers tooverachtig de honden met de groote oogen, die praten konden en alles. Onze soldaat was nu voor goed rijk. De honden brachten zooveel geld, als hij maar hebben wou 't leek wel, of de kisten ook nooit leeg werden: het geld groeide zeker weer aan, net als de lucifers.

In een hoek, die gevormd werd door twee huizen, waarvan het eene een weinig meer dan het andere vooruitsprong, zette zij zich op haar hurken neer. Haar voetjes had zij naar zich toe getrokken; maar nu werd zij nog kouder, en naar huis durfde zij niet; zij had immers geen enkel doosje lucifers verkocht en bracht geen cent mee.

Rob bleef echter staan en vroeg: "Wie heeft dit doosje lucifers laten liggen?" "Lucifers?" vroeg La verwonderd, "dat kan jijzelf alleen gedaan hebben. Zulke dingen van barbaarschen oorsprong worden aan boord van De Vogel niet gebruikt. Daar heerscht de electriciteit oppermachtig." "Maar ik had heelemaal geen lucifers bij me toen ik aan boord kwam," zei Rob, het doosje bekijkend.

De messen in onze zakken gingen roesten, en de lucifers wilden niet branden. Het was trouwens al maanden zoo, en men behoeft zich niet te verwonderen, dat in die omstandigheden de malaria haar slachtoffers maakte. De heer Ch. zag er na een jaar al uit als een verlorene, broodmager, geel en uiterst zenuwachtig, en met zijn vrouw was het al niet beter gesteld.

"Ik ook niet, ik heb geld noodig," antwoordde de kleinste. "Maar laten we wat afspreken: laten we samen spelen, en die verliest moet heengaan." "Goed..." antwoordde de ander met eenigen tegenzin. "Laten we dan naar binnen gaan. Heeft u lucifers?" Ze traden binnen, en zochten in de halve duisternis een geschikt plekje. Weldra ontwaarden ze een nis, waarop ze gingen zitten.

Sommige van die groote prauwen ze zijn een twintig meter lang, op het oog zijn zelf winkels: als een wand die van den vloer tot aan het dak reikt, staat over de geheele lengte in het midden van de prauw een dubbele winkelkast; in de hokjes ligt Europeesche exportwaar opgestapeld: blikjes, sigaretten, lucifers, leerwerk, snuisterijen, garen en band, manufacturen van alle slag.

Zoo zat de soldaat te denken en te denken alleen op zijne kamer. Hij vergat alles, ook, dat het later werd. Daar sloeg de klok twaalf 't was nacht! Nog dacht de soldaat aan de prinses. Op eens riep hij: ik moet en ik wil haar zien! Hij greep naar zijn zilveren lucifersdoosje en streek drie lucifers te gelijk af! Boem! daar vloog de deur open, en de allergrootste hond sprong binnen.