United States or Burkina Faso ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij hadden een venster open, omdat het zulk mooi weer was, en daardoor hoorden zij het gekakel van de wilde ganzen. Zij, die het dichtst bij 't venster zat, keek eruit met een lucifersdoosje in de hand, en riep: "Waar ga jelui heen? Waar ga jelui heen?" "Naar dat land, waar geen kaarsen of lucifers noodig zijn," riep de jongen.

Pijn had de arme stumper, erge pijn, en benauwd was ze ook. De soldaat zag dadelijk, dat het vrouwtje erg ziek was. Zoo gauw hij kon, liep hij naar een' dokter; maar, och , die kon het vrouwtje niet weer beter maken; ze stierf, nog denzelfden nacht. Even vóór haren dood drukte ze den soldaat nog de hand en gaf ze hem het zilveren lucifersdoosje als een aandenken.

Mijn zoon is dood, moet je weten, en dat doosje is mij lief, als eene herinnering aan hem." "Zoo," zei de soldaat, "is je zoon dood en wou je dat lucifersdoosje zoo graag hebben? Maar waarom heb je 't dan nog nooit door een ander laten halen?" "Ik heb het dikwijls genoeg gevraagd," zei het vrouwtje, "maar nooit heeft er iemand gedurfd. Allen waren bang, als ik van de honden daar beneden sprak.

Maar wil je eene boodschap voor mij doen, dan kun je een kwartje verdienen." Nu, kwartjes verdienen was geen dagelijksch werk voor den schoenmakersjongen, en daarom zei hij dadelijk "ja." Een poosje later stak de schoenmakersjongen een lucifersdoosje door de tralies, en de soldaat een kwartje en toen geduld een beetje, dat komt later. Och, och, wat een menschen op de markt: duizenden!

"Dat lijkt mij niet verkeerd," zei de soldaat, "maar wat moet ik nu voor jou daar doen, Moedertje? Om geld voor mij zelf te halen, stuur je me toch zeker niet alleen." "Neen," zei het vrouwtje, "voor mij moet je een zilveren lucifersdoosje halen, dat mijn zoon vergeten heeft, toen hij den laatsten keer daar geweest is.

Toen riep hij den hond weer op de kist en maakte één, twee, drie, dat hij bij den boom kwam. "O, hoi, ho! trek op, Moedertje!" riep hij door den hollen boom. "Heb je het lucifersdoosje?" riep het oude vrouwtje terug. Sapperloot, neen, dat had hij juist vergeten. Hoe leelijk van mij, alleen voor mij zelf te zorgen, dacht de soldaat. Dat ik ook aan niets dan aan geld gedacht heb!

"We zijn tot nu toe arm geweest," riep nu een vrouw, "we kunnen ook in de toekomst de armoede dragen." "We willen Barabbas niet kiezen in plaats van Christus," riep een andere. De sindaco nam een lucifersdoosje uit den zak, stak een lucifer aan en bracht dien langzaam bij het testament. De vrouwen lieten lijdelijk toe, dat de sindaco de winnende cijfers van fra Felice vernietigde.

Inplaats van zijn muts te geven, zooals men hem verzocht, een zwarte bonten muts, reikte hij ons zijn lucifersdoosje; dank zij de goede bewaarplaats, waren deze tenminste niet vochtig geworden. Blaast nu de lampen uit, beval de schoolmeester. Eén lamp bleef nog branden, maar deze verlichtte ternauwernood onze steenen stolp.

Vlug ging hij terug. Dat was me wat! nu nog eens weer naar die groote honden. En zooals het altijd gaat, als je iets zoekt, en je hebt drie kasten, vind je pas in de laatste kast, wat je hebben moet. Zoo zou de arme soldaat ook pas in de derde kamer het lucifersdoosje vinden. Eindelijk kon het vrouwtje hem optrekken en stond hij weer in het bosch. Nu stond hij er anders dan straks, hoor.

Wacht, hij zou de scheur in zijne broek gaan naaien. Had hij nog niet een eindje kaars? Zeker. Waar waren de lucifers? O, wee! het doosje was leeg, en 't was het laatste doosje. Wat nu? Wacht eens dat was waar ook! Hij had immers nog het zilveren lucifersdoosje van het goede vrouwtje. Waar was dat? Hij had het nooit weer gezien!