Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
Zoo ontmoette hij een groep jonge Boeren, goed gedekt achter een aarden verschansing en voegde zich bij hen. Hij, Reinard Jansen, was in een opgewekte stemming. Zijn oogen straalden van strijdlust, en de oude pijn, die knaagde aan zijn hart, scheen begraven te worden in den kruitdamp en den kogelregen van Krugersdorp.
Langzaam wendde Reinard Jansen den klepper, doch toen gaf hij zijn paard de sporen, en snelde met zijn strijdmakkers naar het bedreigde punt. En deze daad was grooter dan de daad van Jan Kloppers, toen hij zich losscheurde van het krankbed van zijn doodziek kind, en grooter dan de daad van moeder Jansen, toen zij haar pas terug ontvangen kind weer afstond aan de vreeselijke kansen van den oorlog.
»Wat is de kern van Gods raadsbesluit?" zeide het meesterke; »is het niet de eer, de glorie van Gods Zoon? Reeds in het natuurlijke ziet men, dat de vader werkt voor zijn kind, voor zijn zoon; al zijn denken en streven bedoelt het welzijn van dien zoon. De vader heeft immers zijn kind lief; ièder vader; ook oom Reinard heeft zijn kind lief."
Een Europeaan zou hoogst waarschijnlijk in den nacht in de richting zich hebben vergist, doch de ingeboren speurzin en de groote terreinkennis van den Afrikaanschen Boer doen Reinard Jansen met schier wiskundige nauwkeurigheid uitkomen, bij den klipwal, vanwaar zijn zoon zijn stouten tocht had ondernomen.
»Heb je ook al een roodbaatje doodgeschoten?" vraagde een heldere stem vlak naast hem. Reinard Jansen keek den spreker aan: een aardigen, guitigen jongen van misschien twaalf jaar. »Zoo kleine kerel," zeide Jansen verwonderd, »waar kom jij van daan?" »Uit Krugersdorp," zeide de jongen op vroolijken toon; »ik behoef van daag eens lekker niet naar school." De Boer kreeg pleizier in den jongen.
Doch nu de duisternis is gevallen, begint de aanval te verflauwen, en eindelijk eindelijk mag Reinard Jansen aan de stem der vaderliefde gehoor geven.
»Het kan niet waar zijn," riep het gewonde moederhart van tante Martje, doch Reinard Jansen barstte los: »Is het niet vreeselijk en verschrikkelijk? Is het niet monsterachtig en ongeloofelijk?" »Ja, ongeloofelijk!" riep de grijze Voortrekker met klem. »En toch is dat monsterachtige gebeurd," zeide Jansen met een somberen klank in zijn stem. Maar nog was de oude Kloppers niet overtuigd.
»Weet ge 't zeker?" vraagde de oude Voortrekker, terwijl op zijn gelaat een zekere spanning zichtbaar werd. »Ik weet het zéker," zeide tante Martje op stelligen toon; »Eliëzer heeft hem gezien." »Frits heeft ook een omweg gemaakt, toen hij dien avond vertrok naar Rhodesia," zeide Reinard Jansen; »het staat gelijk." »Waarom maakte Frits dien omweg?" vraagde de grijsaard. Jansen antwoordde niet.
Doch Reinard Jansen begint te beven over zijn gansche lichaam hij wil zich vastgrijpen aan de stijlen, maar hij tast mis en de sterke man zou tegen den grond zijn geslagen, had Eliëzer hem niet opgevangen. Hij heeft zich echter spoedig hersteld, neemt een stoel en zet zich tegenover het meesterke: aan het voeteneinde der bedstede.
En met saamgeperste lippen en gefronste wenkbrauwen heeft Reinard Jansen, gelegen achter den harden bazaltmuur, tegen welken de Engelschen met groote dapperheid instormden, en elken keer, dat zijn breedgerande hoed zichtbaar werd boven de borstwering, heeft zijn kogel een Engelschman neergestrekt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek