Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
Waarom week de laatste bloeddrup uit zijn gelaat? »Wordt ge niet wel?" vraagde de veldkornet bezorgd, meteen de zonen van Jansen roepend, die achter den heuvel stonden. Doch Reinard Jansen riep met heftig bewogen stem: »Ginds, achter de klip, ligt mijn kind, en hij houdt geheel alleen een Maxim in toom!" Hij sprong op; hij stormde de helling af en zocht zijn paard.
Neen, sterker nog, die verzoening zal een verbroedering worden, en de gezegende dag zal aanbreken, dat Efraïm Juda niet meer zal benijden. Vindt ge die beeldspraak ongepast? Schudt ge daarom het hoofd, Reinard Jansen? Weet ge dan niet, dat de Boeren en de Engelschen ten slotte uit denzèlfden, Germaanschen stam zijn gesproten?
Frits Jansen zit, het hoofd in doeken, zoo wel als het in de gegeven omstandigheden maar wezen kan, in een wonderlijk gevaarte, door Eliëzer met vaardige hand in elkander gehamerd, en met den wijdschen naam van »ziekestoel" betiteld. En Reinard Jansen zit naast hem, de handen van zijn jongen in de zijne.
»Eliëzer is toch nog in je dienst?" vraagde hij. Tante Martje knikte bevestigend. »Dan moet Eliëzer naar Rhodesia." »Wat moet hij daar doen?" vraagde Reinard Jansen met groote oogen. »Frits opzoeken en spreken," meende de Voortrekker.
Met beleid en voorzichtigheid bracht Dirk Kloppers intusschen het gesprek op den brand van verleden jaar, en terwijl hij de aarden, van een hoornen roer voorziene pijp uit den zak haalde en bedaard stopte, vraagde hij: »Zijt ge er zeker van Neef, dat Frits het huis heeft afgestookt?" Er ging een aarzeling over het stugge gelaat van Reinard Jansen, alvorens hij antwoordde.
Doch te grooter was zijn blijde verrassing, toen hij, bij het vallen van den avond, in den boomgaard van een boerenwoning, waar hij nachtkwartier wilde vragen, den hem welbekenden grauwen poney zag grazen. Hij trad de woning binnen, en de eerste dien hij zag, was het meesterke, die met groote vreugde den trouwen knecht van Oom Reinard begroette.
»Vergeef het me!" smeekt Jack Williams. Reinard Jansen zegt geen woord. »Ik kan niet sterven en ik moet!" gilt de rampzalige op hartverscheurenden toon. »En ge zult voor God moeten verschijnen, en rekenschap afleggen van uw werken der duisternis!" roept Jansen hard en onverbiddelijk. »Mijn kind, mijn eigen, geliefd kind heb ik voor den brandstichter gehouden en gij zijt er oorzaak van!"
Behalve de familie Jansen telt het huisgezin nog een onderwijzer. Men noemt hem in de wandeling gewoonlijk het meesterke: zijn herkomst is onbekend. Op zekeren avond laat huiswaarts keerende, hoorde Reinard Jansen, bij een tweesprong gekomen, een geschrei. Hij meende, dat het geluid afkomstig was van het één of ander roofdier, en wilde doorrijden.
De oude Kloppers had van de zware ramp gehoord, die zijn neef Reinard Jansen had getroffen, en ofschoon hij slechts langs een omweg Waterfontein kon bereiken, dreef hem zijn deelnemend gemoed, om Jansen te bezoeken. Moeder Jansen ging juist de tent uit, om de struisvogels te voeren, toen Kloppers' witte schimmel de oprijlaan inboog.
Doch wat statige ruiters omstuwen het rijtuig? O, gij kent ze wel; dat zijn Reinard Jansen en zijn vijf zonen, gezeten op snelle paarden. En Frits Jansen rijdt vlak naast zijn vader. Van de wond is niets meer overgebleven dan een lidteeken, en zijn oogen tintelen van moed en kracht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek