United States or Northern Mariana Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Helmond heeft de kwitantie a zeshonderd en tien gulden, van het eenigszins bevende Grietje aangenomen en ingezien. Groote getallen spreekt men zoo gemakkelijk uit. 't Was een slagveld met tienduizend of daar wil ik afwezen van honderdduizend lijken, zegt iemand, en de hoorder fronst bij beide getallen schier even zwaar het voorhoofd.

Ja, een ontzettend toeval doet ons huiveren, en verijdelt mijne plannen; maar nu, schep moed, wie weet of de uitkomst ons niet de rust zal schenken, waarnaar wij reeds zoolang en zoo vurig verlangden." "Mijn arm kind!" zuchtte mevrouw: "God moge haar nabij zijn!" Brolet fronst de wenkbrauwen; drukt zijn echtgenoote een kus op het voorhoofd, en verlaat haastig de kamer.

Met het vroomste gelaat van de wereld antwoordt de pandjesbaas: "Een eed? Met liefde, meneer! Met liefde! Twee zelfs!" "Dus u is er volkomen zeker van?" Verhagen fronst even de wenkbrauwen. "'k Wou, dat ik zoo zeker was van de honderdduizend, meneer." "En u, juffrouw, zou u er ook een eed op kunnen doen?" vraagt de procureur met nadruk.

Die vrouw is de trotsche en doorluchtige Amalia van Solms, de weduwe van Prins Frederik Hendrik van Oranje, de grootmoeder van Prins Willem Hendrik. Het schijnt, dat de gedachten, die haar brein doorwoelen, juist geen aangename zijn; want nu en dan fronst zij de wenkbrauwen en trekt er een donkere wolk over haar voorhoofd.

Zelfs Reinard Jansen voelt zich gedrongen tot de opmerking: »Dat Roodbaatje heeft banjer goed gesproken." Zeer. Doch Marling verzoekt nog eens het woord. »Waarde vrienden," begint hij opnieuw, »ik heb nog iets op het hart. Ge weet, ik ben een Engelschman, en gij zijt Afrikaanders." Jansen fronst opnieuw de zware wenkbrauwen.

»Geachte vrienden!" zegt hij met zijn welluidende stem. »Wie is dat?" vraagt Jansen aan den olifantenjager, terwijl zijn voorhoofd zich fronst, want aan het accent heeft hij onmiddellijk den Engelschman herkend. »Een vriend van oom Dirk," antwoordt de olifantenjager. »Zoo," zegt Reinard Jansen. Zijn voorhoofd effent zich weder. »Geachte vrienden!

"Ik heb daar niet aan gedacht;" antwoordt Eva, over wier wang een snelle blos is gevlogen, en wat ze er zachter bijvoegt, gaat gelukkig misschien voor den oom verloren, want, Hendrik die mede licht binnenbrengt, heeft luide het bezoek aangekondigd van den majoor Kartenglimp. Van Barneveld fronst even de wenkbrauwen.

"Maar Til, ze denken er niet aan. Bovendien is de verdienste hier te beschouwen als die, van de oplossing van een raadsel, de berekening van een som uit het hoofd, dus "het meten van den aangeboren aanleg". De een is sierlijk, een ander is slim, een derde behendig. Zoo heeft elk mensch een of andere gave, die hem voordeel aanbrengt." Ze fronst het voorhoofd.

Plotseling staat hij een oogenblik midden in den regen en juist voor de Gevangenpoort stil. Er kwam geen hollend rijtuig, dat het leven van den weerloozen voetganger bedreigde. Waarom merkte hij niet, dat hij stilstaat? Waarom fronst hij de wenkbrauwen? Klemt hij de tanden met woeste verbittering op elkander? Waarom ontsnapt hem een uitroep van ongeduld, terwijl hij driftig zijn weg vervolgt?

Eensklaps alsof een pijnlijke herinnering hem treft, fronst Kartenglimp de zwartgeverfde wenkbrauwen. Ja.... indien men had vernomen....? Maar dat is onmogelijk. Bij die toevallige ontmoeting in 't bosch is het hem duidelijk gebleken dat ook de generaal met die zaak geheel onbekend was. En, hoe kon 't hem, of iemand anders ook ter oore zijn gekomen!