United States or Tunisia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Crispin beefde en wendde zijn betraande oogen overal heen, alsof hij iemand zocht of naar een schuilplaats uitkeek. De pastoor richt zich tot hem en roept hem vertoornd iets toe. De rotan suist. De knaap loopt weg om zich achter den koster te verschuilen. Doch deze grijpt hem, maakt zich van hem meester en levert hem over aan de woede des priesters.

Later, als de beer onder toezicht van den Majoor gevild wordt, vindt men tusschen zijn kaken een pakje bankbriefjes. 't Zijn vijfhonderd rijksdaalders. Niemand weet, hoe die daar gekomen zijn; maar dit is immers een wonderlijke beer, en daar de koster 't dier geveld heeft is 't geld voor hem, dat spreekt van zelf.

Het was echter niet zoo noodzakelijk haast te maken, als meneer Sowerberry had beweerd, want toen zij op het sombere kerkhofhoekje met de brandnetels, waar de graven der armen gegraven werden, waren aangekomen, was de dominé er nog niet; en de koster, die in de sacristy bij het vuur zat, dacht dat het best nog een uurtje kon duren eer hij kwam.

Reeds was Torello in de kerk van San Piero in Ciel d'oro van Pavia neergedaald met al de genoemde juweelen en sieraden en sliep hij nog, toen de vroegmis luidde, de koster met een licht in de kerk kwam en dadelijk het kostbare bed zag en niet alleen verwonderd was, maar zeer bang vluchtte. De abt en de monniken zagen dit, verbaasden zich en vroegen hem de reden daarvan. De koster vertelde het.

Met een klein ketiertien was ik op de groote Mark en gunk de Vismark over, straote in en straote oet, nao de Ossemark en langs 't fondement van Gejot, waorveur ik de hooge hoed ofnam, geliek as Boerhave dee veur de vleerboom, en veurbij de akkedemie, waor de wiesheid van Drenthe oet komt, zee de olde köster altied en dan kneep ie de oogen digte van wege een proces, daor hij arg maoger van was eworden, en endeliek stund ik veur een zulversmidswinkel, waor een jufvrouw achter de teunbanke stund te lezen.

Oorlog om Oorlog! Leve de Geus! Terwijl Uilenspiegel te Ieperen was en soldaten voor het leger van den Zwijger aanwierf, werd hij gezocht door de serjanten des hertogen. Dienvolgens bood hij zich aan als koster bij den proost van St.-Maartens-kerk.

»Ik ben van morgen organist, Bobzei ik op beslisten toon, »en de meester komt niet! Ik heb eerst den meester en nu nog mijn Pa moeten beloven, dat ik geen jongens zou meênemen, en ik doe het niet ook. Als je komt, zal ik den koster verzoeken, je te verwijderen.» »Erg vriendelijk van je, Doruszei Bob knorrig, »erg vriendschappelijk, dat moet ik zeggen.» »Waarom ga je niet beneden zitten?

Och! welk een heerlijken koek zag hij op tafel staan! Stellig was het daar feest! Nu hoorde hij iemand op den straatweg aankomen en naar het huis toe rijden; dat was de man der boerin, die naar huis terugkeerde. Die man was goed genoeg; maar hij had de verwonderlijke eigenschap, dat hij geen koster kon uitstaan; als hij een koster in het oog kreeg, dan werd hij razend.

«Och, doe dat nietriep de koster uit de kist. «Laat mij er eerst uit.» «Huzei de kleine Klaas en hield zich, alsof hij bang was. «Hij zit er nog in! Dan moet ik hem gezwind in de rivier werpen, om hem te verdrinken.» «O neen, neenriep de koster. «Ik zal je een geheel schepel vol geld geven, als je er mij uitlaat.» «Zoo, dat is wat anderszei de kleine Klaas en deed de kist open.

Willen we nu weer weggaan?» »Ja, maar kijk eerst eens naar buiten! Zie eens, wat Haarlem nu dichtbij schijnt te liggen! En ginds zie ik Heemstede en daar verder Hillegom en Lisse. Wat hebben we hier een mooi gezicht, ?» »En dit is zeker het touw, waaraan de koster trekt als hij moet luidenzei Jan. »Natuurlijk, trek er maar eens aanantwoordde Bob. »Dan begint het bom-bam! bom-bam!