Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


"Ontken 't maar niet: dat zou je leelijk bekomen!" voegde de ander erbij. "We zijn gekomen, om je zoons gevangen te nemen en de oudste is ons ontloopen. Waar heb je de jongste verstopt?" Toen Sisa dit hoorde, herademde ze. "Meneer!" antwoordde ze, "ik heb mijn zoon Crispin al verscheidene dagen niet gezien: ik hoopte hem van morgen in 't klooster te zien en daar zeiden ze me alleen..."

En Crispin zat in de klok. En zoo droomde hij verder. Maar zijn moeder, die niet zijn jeugd had en evenmin een uur geloopen had, sliep niet. Zieltjes in nood. 't Zal ongeveer zeven uur in den morgen geweest zijn, toen Fray Salvi zijn laatste mis las: alle drie werden in één uur afgedaan. "De pater is ziek," zeiden de vrome vrouwtjes. "Hij beweegt zich niet zoo statig en sierlijk als gewoonlijk."

Die lui van de guardia civil denken ook niet aan de moeders!" "Je moet zeggen dat ik uit een boom gevallen ben, hoor; niemand mag er iets van weten, dat ze me vervolgd hebben." "Waarom is Crispin achtergebleven?" vroeg Sisa, nadat ze haar zoon verbonden had. Deze keek haar enkele oogenblikken aan. Dan haar omhelzend vertelde hij haar geleidelijk de zaak van het goud.

Evenwel sprak hij niet van de kwellingen die men zijn broertje aandeed. Moeder en kind mengden hun tranen. "Mijn goeie Crispin! Mijn lieve Crispin te beschuldigen! Dat is omdat we arm zijn, en wij armen moeten maar alles verdragen!" mompelde Sisa, met haar oogen vol tranen kijkende naar de tienhoy het lampje waarvan de olie opraakte. Zoo bleven ze een poos zwijgen. "Heb je al gegeten? Nee?

Twee kinderen, een jongen en een meisje, spelen naast een knaap die, bleek-weemoedig, met groote oogen en diepen blik, op een gevallen boomstam zit. In zijn vermagerde gelaatstrekken herkennen we Sisa's zoon Basilio, den broer van Crispin. "Wanneer je been beter is", zeide het meisje tot hem, "gaan we verstoppertje spelen, en ik zal moedertje zijn."

"Nee!" antwoordde de oudste, "we zouden allemaal doodgaan, moeder van verdriet, en wij van den honger." Crispin zeide niets terug. "Hoeveel verdien jij deze maand?" vroeg hij na een oogenblik. "Twee peso's: ze hebben me twee boeten gegeven." "Betaal wat ze zeggen dat ik gestolen heb, dan zullen ze ons niet meer voor dieven uitschelden. Betaal het maar, broer!" "Ben je gek, Crispin?

Crispin zal kunnen leeren bij de oude Tasio in huis; die ranselt niet en is goed, al gelooft de pastoor 't ook niet; wat zouden we nog van den pater te vreezen hebben? Geloof me, moeder, de oude Tasio is goed. Ik heb hem dikwijls in de kerk gezien, wanneer er niemand in was. Hij knielde en bad, gelooft u me.

De krankzinnige zal besmet worden!" schreeuwde men uit de menigte, doch niemand waagde het, hen te naderen. "Zie je dat licht daar in den toren? Dat is mijn zoon Basilio, die komt aan een touw naar beneden! Zie je dat daar verderop in 't 'klooster'? Dat is mijn zoon Crispin, maar ik zal ze niet zien, omdat de pastoor ziek is en veel goud heeft, en het goud raakte weg.

"O!" riep ze uit, van den grootsten angst overslaande tot de hoogste vreugde. Sisa schreide, omhelsde haar zoon, zijn bloedend voorhoofd met kussen overdekkend. "Crispin leeft! je hebt hem in 't klooster achtergelaten ... en waardoor ben-je gewond, mijn kind? Ben-je gevallen?" En ze sloeg hem nauwkeurig gade.

Daarna legde ze de bloemen er boven op, lachte vergenoegd, en vroeg aan een bediende die haar handelbaarder voorkwam dan de kok: "Zou ik den pater niet kunnen spreken?" "Die is ziek," antwoordde de man zacht. "En Crispin? Weet u ook, of die in de sakristie is?" De bediende keek haar verbaasd aan. "Crispin?" vroeg hij de wenkbrauwen fronsend. "Is die niet bij u thuis? wou u dat soms loochenen?"

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek