United States or Rwanda ? Vote for the TOP Country of the Week !


De karabinier hield een kind op den arm, en de vrouwen trachtten hem dit kind te ontrukken. Maar de politieagent, die een sterke man was, maakte zich van haar allen los, zette het kind op den schouder, en sprong de trede van het terras op. De donkere Piero had er naar gekeken zonder een beweging te maken.

Bezien wij nu even de Opera del Duomo, afgescheiden van die historische herinnering. De aanblik van de benedenverdieping is niet uitlokkend; er heerscht een volkomen en toch volstrekt niet schilderachtige wanorde; de kleedkamer der kanunniken grenst aan de Scuola di musica en aan het Magazzino della cera (kaarsenmagazijn); een en ander bedorven door restauraties, die getuigenis afleggen van een bij uitnemendheid slechten smaak. Maar wij willen hierbij niet stilstaan. Grassi, de schrijver der Descrizione storica ed. artistica di Pisa, in 1836-37 uitgegeven, spreekt met veel ophef van de schilderijen in het gebouw: het gewelf van de benedenverdieping, beschilderd door G. Stefano Maruscelli; het portret van een heilige, door Salvator Rosa; eene Madonna, van Perino del Vaga; een Sint-Nicolaas van Bari, door Curradi; twee Apostelen, van Sogliano; een Sint-Antonius van Padua en een Sint-Philippus Neri, van Piero da Cortona; en wat al niet meer! Bij al deze min of meer banale, in meerdere of mindere mate gerestaureerde schilderijen zullen wij ons niet ophouden, evenmin als bij de Madonna's en de Christusbeelden uit de middeneeuwen, die in de vertrekken van de eerste verdieping zijn ten toon gesteld; genoegzaam allen missen dat onuitsprekelijke, dien vonk van het genie, die alleen dergelijke voorwerpen van devotie tot kunstwerken stempelt. Daarentegen veroorloof ik mij de aandacht der eventueele bezoekers te vestigen op enkele fragmenten, waarvan de reisgidsen geene melding maken, en wel in de eerste plaats op eene fresko, voorstellende een jong meisje in een blauw kleed, met eene korf vol vruchten op het hoofd: eene schilderij vol aantrekkelijkheid en waarin ik de hand van Benozzo Gozzoli meen te herkennen. Van waar is dit fragment afkomstig en wanneer is het hierheen gebracht? Men zegt mij, dat dit brokstuk omstreeks vijftien jaar geleden uit de Stanza della Fraternit

Zal je het kind daardoor mogen behouden? Het is niet van jou maar van Ninetta." Piero wendde zich tot donna Micaela. "Bid hem, dat hij mij helpt!" Hij wees op het beeld. Donna Micaela ging dadelijk naar Marcia. Zij was vol vrees en beefde voor hetgeen zij waagde, maar nu was het geen tijd zich te onthouden van inmenging. "Marcia," fluisterde zij, "beken! Beken het als je durft."

Terwijl nu Giannotto en donna Spina onder deze bekommeringen wachtten en reeds een paar jaar hadden doorgebracht zonder dat Currado aan hen dacht, zette koning Piero di Raona door de medewerking van den heer Gian di Procida der Sicilianen tot opstand aan en gaf aan koning Karel het eiland, hetwelk Currado als een echte Ghibellijn groote vreugde veroorzaakte.

Zoo stond hij langer met opgeheven spade dan strikt noodzakelijk was. "Piero!" klonk het toen luid jammerend. "Piero, Piero!" "Mijn God, Marcia roept mij," zei hij. Op hetzelfde oogenblik stormde een schaar menschen uit een kleine hut, die gebouwd was tusschen de puinhoopen van het palazzo Corvaja. Het waren ongeveer tien vrouwen, die met een karabinier vochten.

Het was als wilde hij door zijn heengaan zeggen: Die vrouw staat buiten de wet. De een na den ander ging weg. Piero stond roerloos en keek niet op. Maar de beklemming van iets geweldigs en ontzettends lag op hem; toorn en wanhoop wies in hem tot toomloozen hartstocht. Zoodra hij en Marcia alleen zouden zijn, zou er iets ontzettends gebeuren.

De karabinier vroeg en vroeg of men hem wilde laten gaan. "Neen, neen. Niet voordat hij het kind losliet!" 't Kind was van Piero en zijn vrouw Marcia, maar zij waren niet de werkelijke ouders van het kind, daardoor was de twist ontstaan. De karabinier trachtte door overreding het volk aan zijn zijde te krijgen. Niet Piero of Marcia, maar de anderen wilde hij overtuigen.

Aan de Aanbidding van het gouden kalf van Rosselli, beantwoordt de Bergrede van denzelfden meester, met dat heerlijk schoone landschap, naar men zegt van de hand van Piero die Cosimo.

Maar een mijner buurvrouwen, een zeer oude donna, vertelde mij, dat het allebei waar was, naar wat zij er van wist als kind; maar dat het laatste niet met Gianni Lotteringhi gebeurd was maar met iemand, die Gianni di Nello heette, welke bij de poort San Piero woonde, niet minder dwaas dan Gianni Lotteringhi.

Piero, die een voorzichtig jongmensch was en die eerst de woorden van Neri had aangehoord, keerde zich daarna tot Scalza en zeide: En hoe kunt gij bewijzen, wat gij beweert? Scalza antwoordde: Wat? Ik zal het zóó bewijzen, dat niet alleen gij, maar hij, die het ontkent, zal zeggen, dat ik de waarheid vertel.