United States or Czechia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarom wees hij ze ijlings aan Currado en zeide: Gij kunt duidelijk genoeg zien, messer, dat ik u gisteravond de waarheid heb gezegd, dat de kraanvogels maar een dij en een poot hebben, als gij ziet naar hen, die daar staan.

Dit beviel zoo aan Currado, dat al zijn toorn in goedmoedigheid en lachen veranderde en hij sprak: Chichibio, je hebt gelijk; ik had dit moeten doen. Zoo vermeed Chichibio met zijn vlug en aardig antwoord het kwade gevolg en verzoende zich met zijn meester. Vijfde Vertelling.

Currado ter wille van den vreemdeling, die bij hem was, wilde er verder geen woorden over hebben, maar zeide: Daar gij mij zegt dit te zullen aantoonen bij de levenden, iets wat ik nooit heb gezien of hooren zeggen, wil ik dit morgenochtend zien en zal dan tevreden zijn, maar ik zweer u bij het lichaam van Christus, dat, als het anders zal wezen, ik u zal tracteeren op een manier, dat gij u tot uw schade mijn naam zult herinneren, zoolang gij hier zult leven.

Na dit te hebben vernomen, meende Currado, dat die het moest wezen en het viel hem in, zoo het aldus er mee gesteld was, dat hij tegelijk een daad van groote barmhartigheid kon doen en diens schande en die van zijn dochter uitwisschen door hem die tot vrouw te geven. Hij liet daarom Giannotto in het geheim bij zich komen en vroeg in bijzonderheden naar zijn vroeger leven.

Zij zag dat en sprong dadelijk op, greep een stok en joeg de honden weg. Zoo kwamen daar ook Messire Currado met zijn huisvrouw, die hun honden volgden. Zij verwonderden zich zeer, toen zij die dame zagen, die nu al bruin en mager was geworden met verwilderde haren en zij was niet minder verbaasd over deze lieden.

Doch nadat de eerbare en blijde omhelzingen drie of vier keer waren herhaald niet zonder groote vreugde en welgevallen van de aanwezigen en zij elkaar hun geschiedenis hadden verteld, zeide Giusfredi tot Currado, die al aan zijn vrienden tot ieders genoegen de nieuwe verbintenis door hem bekend gemaakt en het plan tot een schoon en prachtig feest had opgevat: Currado, gij hebt mij met vele dingen verheugd en gij hebt mijn moeder langen tijd goed ontvangen, opdat nu in geenen deele door u wordt nagelaten wat gij kunt doen, bid ik u, dat gij mijn moeder, mijn feestgezelschap en mij verheugen zult door de tegenwoordigheid van mijn broeder, die in de gedaante van een dienaar in het huis van Guasparrin d'Oria verblijf houdt, welke mij en hem, gelijk ik u al vertelde, op reis gevangen nam.

Tenslotte gaf Chichibio, na een van de dijen losgesneden te hebben, die aan de donna om haar niet boos te maken. Toen de kraan daarna opgediend was voor Currado en een vreemdeling, dien hij had uitgenoodigd, zonder die dij, en Currado daarover verwonderd was, liet hij Chichibio roepen en vroeg hem wat daarmee gebeurd was.

Daarom ging hij haastig met zijn gezelschap en hun bedienden naar messer Currado en sprak tot hem: Messere, hij, die zich ter dood wil laten brengen als bediende is een vrij man en mijn zoon en hij is bereid haar tot vrouw te nemen van wie men zegt, dat hij haar maagdelijkheid heeft geroofd.

Hoe vurig hij ook verlangde, wat Currado hem aanbood en hoezeer hij het in zijn bereik zag, onderdrukte hij toch geenszins wat de grootheid van zijn ziel hem gebood te zeggen en hij antwoordde: Currado, noch eerzucht, noch hebzucht, noch eenige andere reden kon mij bewegen tegen uw bloed of wat ook aan u behoort, als een verrader bedrog te plegen.

Zoo was het dus de jonge vrouw, die gebeten werd, niet verboden anderen met scherts terug te bijten. Vierde Vertelling. Chichibio, kok van Currado Gianfigliazzi doet tot zijn redding met een vlug antwoord den toorn van Currado in lachen overgaan en ontsnapt aan het kwade lot, waarmee hij door Currado werd bedreigd.