United States or Luxembourg ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wanneer Franske zijn vrouw op heur plaats bracht, klopte Geerten heel familiaar en met oolijke oogen, waarin pretglimmingen vonkten, Lowis eventjes op den ronden buik, spottend roepend: "Bedod! voor dien erin zit!"

Jean Valjean klopte aan. De deur opende zich. "Goed," zei Javert. "Ga binnen." Met een zonderlinge uitdrukking, en alsof 't hem inspanning kostte, voegde hij er bij: "Ik wacht u hier." Jean Valjean aanschouwde Javert. Deze wijze van handelen van Javert was weinig volgens zijn gewoonte.

Een paar werklieden die bezig waren het huis te herstellen en te vergrooten, trachtten mij blijkbaar met ingenomenheid in te wijden in de schoone omstreken der herberg, maar ik begreep er niet veel van, en bespeurde van tijd tot tijd aan het kwalijk verholen lachen van mijn gids, dat mijn ja en neen wel eens verkeerd klopte.

De walvisch bereikte tegen den nacht den tempel te Kamakura. Hij ontdekte, dat de priesters naar bed waren gegaan en blijkbaar vast in slaap waren. Hij klopte aan de deur. In plaats van het nare gemompel van een slechts half ontwaakten priester, hoorde hij Buddha zelf met een stem, die klonk als het geluid van een groote klok, zeggen: "Kom binnen!"

Ik meende, dat het voor Reynout was." "Neen, mijn dochter, wees gerust. Het zijn pelgrims, gij kunt mij gelooven." "Dan zal ik weder slapen " Zij sliep en droomde. Haar held klopte het paard op den nek, en fluisterde het toe. Het dier minderde zijn vaart, het reed stapvoets. 't Geheele leger van ridderen, knapen en knechten reed stapvoets.

Daar was de trap, en hierboven, rechts, het studeerkamertje; zacht klopte zij aan; weder geen antwoord, maar door eene reet scheen licht zij opende de deur en zag naar binnen; daar zat oom de predikant bij de tafel, het gezicht in de handen verborgen, en vóór hem lag de opengeslagen bijbel. "Oom! oom!" riep zij snikkend en legde het hoofd op zijn schouder. "Lise, gij goed kind!

Heur herte klopte om de benieuwdheid van eene langverwachte uitkomst met de duidelijkheid nu in die donkerte om haar, van den winter en den langen tijd sedert al die goede zomerdingen, die ze even in het droombedrog nog loopend en bestaande dacht. Ghielen zat daar eenig in den stal, koude te lijden, de oude, karbintige Ghielen!

Eindelijk waren er twee deuren, daar niets op te lezen stond dan Q 4 No 33 en Q 4 No 34. Een van die beide deuren kon Veldzicht zijn! De heer Bruis, hoe driftig ook en ongeduldig, was bescheiden. Hij ging dus No 33 voorbij, om met het eerste het beste voor Veldzicht aan te zien, en klopte aan No 34.

Die Sjaalman is een gemeene schooier! Ge moet weten, lezer, dat Bastiaans weer dikwyls niet op 't kantoor komt, omdat hy de jicht heeft. Daar ik nu een gewetenszaak maak van het wegwerpen der fondsen van de firma Last & Co want in principes ben ik onwrikbaar, kwam ik eergister op 't denkbeeld dat Sjaalman toch een tamelyk goede hand schryft, en daar hy er zoo armoedig uitziet, en dus voor matig loon wel zou te krygen zyn, begreep ik aan de firma verplicht te wezen, op de goedkoopste wys in de vervanging van Bastiaans te voorzien. Ik ging dus naar de Lange-leidsche-dwarsstraat. De vrouw van den winkel was voor, doch scheen me niet te herkennen, schoon ik haar onlangs heel duidelyk had gezegd dat ik m'nheer Droogstoppel was, Makelaar in koffi, van de Lauriergracht. Er is altyd iets stuitends in dat niet herkennen, maar omdat het nu wat minder koud is, en ik den vorigen keer myn jas met bont aanhad, schryf ik het dááraan toe, en trek 't my niet aan ... de beleediging, meen ik. Ik zei dus nogeens, dat ik m'nheer Droogsstoppel was, Makelaar in Koffi van de Lauriergracht, en verzocht haar te gaan zien of die Sjaalman thuis was, omdat ik niet weer zooals onlangs wilde te doen hebben met zyn vrouw, die altyd ontevreden is. Maar die uitdraagster weigerde naar-boven te gaan. "Ze kon niet den heelen dag trappen klimmen voor dat bedelvolk, zeide zy, ik moest maar zelf gaan zien." En daar volgde weer een beschryving van de trappen en portalen, die ik volstrekt niet noodig had, want ik herken altyd een plaats waar ik eens geweest ben, omdat ik altyd zoo op alles acht geef. Dit heb ik my aangewend in de zaken. Ik klom dus de trappen op, en klopte aan de bekende deur, die terugweek. Ik trad binnen, en daar ik niemand in de kamer vond, zag ik eens rond. Nu, veel te zien was er niet. Er hing een half broekje met geborduurde strook over een stoel ... wat hoeven zulke menschen geborduurde broekjes te dragen? In een hoek stond een niet zeer zware reiskoffer, dien ik in gedachte aan het hengsel vatte, en op den schoorsteenmantel lagen eenige boeken die ik eens inzag. Een wonderlyke verzameling! Een paar deelen van Byron, Horatius, Bastiat, Béranger, en ... raad eens? Een bybel, een kompleete bybel, met de apokriefe boeken er in! D

Toen hij er vlak bij was, deed hij een slag met de vleugels, zoodat hij er over kwam. De vossen waren hem toen vlak op de hielen. De ganzerik rende voort met dezelfde haast als te voren, ook toen hij al over het helsche hol gekomen was. Maar nauwlijks had hij een paar meter geloopen, of de jongen klopte hem op den hals, en zei: "Nu kun je wel stilstaan, ganzerik."