Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


Eenige dagen later toen hij hare drift bekoeld achtte en voor zich zelven eene versche dosis lijdzaamheid bemachtigd had, dreef belangstelling in Piet hem nogmaals naar de muffe woning der uitdraagster, met het voorstel om Piet zijne lidmaten-catechisatie te laten bijwonen; maar het werd met snibbigheid afgewezen. Dominé wist wel, dat er niet voor niet haast gemaakt was met het aannemen.

De ongelukkige man sidderde van zenuwachtig malaise. Stoornis, juist op het oogenblik dat hij noodig had al zijne aandacht onverdeeld te wijden aan den arbeid. Is het te verwonderen dat hij een knorrig »binnen!" hooren liet, en met zekeren wrevel vroeg: »Wat is er Antje?" »Dominé daar is vrouw Snibs, de uitdraagster, die u absoluut spreken wil."

's Zondags nadien ging de ommegang van Onze-Lieve Vrouwekerk uit, voorafgegaan door groene, gele en roode narren. Maar het Mariabeeld werd onderwege gehoond door rapaille, dat riep: "Maaiken, de uitdraagster, dit is uw laatste feestdag, want men zal haast met u mosselen zieden"; het beeld werd ijlings in 't koor van de kerk teruggebracht. Uilenspiegel en Lamme gingen Onze-Lieve-Vrouwekerk binnen.

Een havelooze knaap, die van de straat Menilmontant kwam, met een bloeienden tak in de hand, welken hij op de hoogten van Belleville had gesneden, zag op de uitstalling van een uitdraagster een oud ruiterspistool. Hij wierp den tak weg en riep: "Moeder, hoe heet ge, ik neem dat ding van u ter leen." En hij liep weg met het pistool.

Die Sjaalman is een gemeene schooier! Ge moet weten, lezer, dat Bastiaans weer dikwyls niet op 't kantoor komt, omdat hy de jicht heeft. Daar ik nu een gewetenszaak maak van het wegwerpen der fondsen van de firma Last & Co want in principes ben ik onwrikbaar, kwam ik eergister op 't denkbeeld dat Sjaalman toch een tamelyk goede hand schryft, en daar hy er zoo armoedig uitziet, en dus voor matig loon wel zou te krygen zyn, begreep ik aan de firma verplicht te wezen, op de goedkoopste wys in de vervanging van Bastiaans te voorzien. Ik ging dus naar de Lange-leidsche-dwarsstraat. De vrouw van den winkel was voor, doch scheen me niet te herkennen, schoon ik haar onlangs heel duidelyk had gezegd dat ik m'nheer Droogstoppel was, Makelaar in koffi, van de Lauriergracht. Er is altyd iets stuitends in dat niet herkennen, maar omdat het nu wat minder koud is, en ik den vorigen keer myn jas met bont aanhad, schryf ik het dááraan toe, en trek 't my niet aan ... de beleediging, meen ik. Ik zei dus nogeens, dat ik m'nheer Droogsstoppel was, Makelaar in Koffi van de Lauriergracht, en verzocht haar te gaan zien of die Sjaalman thuis was, omdat ik niet weer zooals onlangs wilde te doen hebben met zyn vrouw, die altyd ontevreden is. Maar die uitdraagster weigerde naar-boven te gaan. "Ze kon niet den heelen dag trappen klimmen voor dat bedelvolk, zeide zy, ik moest maar zelf gaan zien." En daar volgde weer een beschryving van de trappen en portalen, die ik volstrekt niet noodig had, want ik herken altyd een plaats waar ik eens geweest ben, omdat ik altyd zoo op alles acht geef. Dit heb ik my aangewend in de zaken. Ik klom dus de trappen op, en klopte aan de bekende deur, die terugweek. Ik trad binnen, en daar ik niemand in de kamer vond, zag ik eens rond. Nu, veel te zien was er niet. Er hing een half broekje met geborduurde strook over een stoel ... wat hoeven zulke menschen geborduurde broekjes te dragen? In een hoek stond een niet zeer zware reiskoffer, dien ik in gedachte aan het hengsel vatte, en op den schoorsteenmantel lagen eenige boeken die ik eens inzag. Een wonderlyke verzameling! Een paar deelen van Byron, Horatius, Bastiat, Béranger, en ... raad eens? Een bybel, een kompleete bybel, met de apokriefe boeken er in! D

Geen trek van het gelaat der wereld ontbreekt aan het gezicht van Parijs. Het bal-Mabille is wel niet de Polymnische dans op den Janiculus, maar de uitdraagster loert er toch op de lorette evenals de koppelaarster Staphyla op de maagd Planesium loerde. De "barrière du combat" is geen Colyseum, maar men is er toch wreed alsof Cæsar toeschouwer was.

Voor twee te verkrijgen wat hij reeds niet zonder bezwaren, moeite en eigen offers voor één zou kunnen verwerven, dat achtte hij ondoenlijk, te meer daar hij bij zijne vrienden geopende harten hoopte te vinden voor den zoon van juffrouw Rosemeijer, die in beklag, die in achting was, maar voor Piet Snibs, den zoon van de inhalige uitdraagster, nog daarbij eene brutale fijne, hoe zou hij daar sympathie voor vinden, en hoe zou hij ooit aan zijne vrouw durven bekennen, dat hij zich voor dezen moeite gaf!

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek