Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 oktober 2025
"Welja," antwoordde de knaap, dien we, "Jonge Kees" hoorden noemen, "wel ja, mij dacht: Huib schaft ook liever dan naar de Koningsmoorders uit te zien, en mij laat hij gerust in den regen staan! Heeft de kost je wel gesmaakt, ja ofte neen. "Kapitein Joost Verschuyr van de Zuyerhuys laat zijn manschap geen gebrek lijden, bengel, dat weet je wel.
Ik keek om en zag het "Kregelige Mennonietje" op mij afkomen. "Ga-je naar zee, Huib?" vroeg hij gejaagd. "Ja, wat is er van? Wou-je meê?" "o, Geerne; maar ik en mag niet. Ik moet lijndraaier worden, weetje!" "Nu, ieder zijn meug; maar ik zou je kostelijk bedanken!" "Ja, Huib, ik bedank ook wel; maar Vader zegt dat ik moet en dan helpt het niet of ik al bedank! Is het prettig op zee?"
"Ik en durfde dat niet te doen; hij was zelf altijd met heel dikke boeken over de zeevaart-konst in de weer!" "'T is jammer, Huib! Maar als we nu maar weer in zee zijn, dan zullen we samen eens gaan leeren, hé? Ik reken nu al uit de cijferkonste van onzen treffelijken, geleerden Simon Stevin. Dat is een heel nieuw rekenboek en onze meester was er zelf nog niet recht achter!
De vijfhonderd gulden bleven bij haar in bewaring. De moeder had ze in eene kous en in de ledige pulle geborgen. "En nou vraag ik je nog eens, Jonge Kees, of je getrouwd bent, ja ofte neen!" zeî Huib toen Maassluis achter hem lag. "Ik heb immers straks al gezegd van neen, wat maal je toch?"
"Wat, Satan, Huib, ben-je behekst? Ik en heb dat niet gezegd!" schreeuwde Jonge Kees. "Ja, ik zal hem ringelooren, dat zal ik!" riep Huib en ging voort met schudden. "Laat me los, laat me los, laat me los!" klonk het thans nog luider uit den mond van den knaap. Huib scheen echter tot bedaren te komen en Jonge Kees, loslatende, zeî hij: Zie-je, zóó, zóó zal ik doen!"
Zoodra Huib zag dat zijn Ammiraal, "zijn ouwe trouwe speelkameraad Tromp" viel, snelde hij naar hem heen, doch kwam alleen om zijne laatste woorden te verstaan en zijne oogen te sluiten. De gansche bemanning was een oogenblik radeloos van droefheid. Het was een vreeselijk oogenblik.
Jaantje Lanoy kende hem toch, en die zou den ouden man wel voor een enkelen keer te woord willen staan. Ja, dat zou hij doen! Veertien dagen later zat hij bij Jaantjes moeder koffie te drinken, en zij had hem altijd zoo'n gezellig ouwentje gevonden, dat zij hem zelfs wel in huis wilde hebben. Dat nam Huib gaarne aan.
Ze kozen allen het laatste en na een kort gebed tot onzen Lieven Heer stak Claessensz, zelf den brand in 't kruit en ... vloog toen met de zijnen in de lucht. Twee er van zijn half dood in de handen van den vijand gevallen. Die moeten dat zeker verteld hebben! Hoe vind-je 't, Huib, mooi, hé?" "Ja, mooi, mooi!" riep ik en schreeuwde: "Leve Reinier Claessensz!"
"De dag van ons oorlof is om," dacht ik even en mij eens omkeerende viel 'k alweer in eenen diepen slaap. "Goeden morgen, Moeder," zeî ik toen 'k den volgenden morgen, wel wat vroeg, beneden kwam. "Goeden morgen, Huib!" was haar antwoord. "Is Vrouwe Tromp gisteren avond geweest, Moeder?" "Ja, jongen, zij is geweest!" "En?" "We hebben't over Marten en u gehad. Als Herbert Martensz.
Ik vatte moed en, als wilde ik schipper Hein tot eenen logenaar maken, riep ik: "Loopt, ik ken je niet!" "Heeee! Hij en kent ons niet, Jan?" schreeuwde de een en begon met den ander, die Joost heette, allerlei sprongen te maken, en toen ze moede waren van al die malle luchtsprongen begonnen ze te zingen: "Kom, Huib, zing dat fijne mopsjen toch mee, man!" zeî Hein.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek