United States or Cameroon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zal een gepensioneerd majoor zich laten ringelooren door zulk een individu; door een.... die hem de epaulet.... Stil, dat weet niemand; dat raakt niemand. O! indien hij bij die vrouw nog herstellen kon wat hij bedierf. Hij zal haar zeggen dat hij al de schulden van haar man wil vereffenen; dat hij haar voor die gewaande vrouweneer de hoogste eer zal doen geworden.

»Zullen wij, vrije mannen, ons laten ringelooren en tyranniseeren door de Boeren?" »Weg met hen!" werd er geroepen. »Wat zijn de Boeren anders dan een troep veehoeders, wier hoogste beschaving bestaat in een zweep, een os en een stuk spek?" ging de voorzitter voort. Men schaterlachte.

Holland moet zich nu maar schikken en met alles tevreden zijn; naar recht of tractaten wordt niet gevraagd, als zij hun zin maar krijgen; onze Koning heeft gelijk dat hij zich zóó niet laat ringelooren en dat hij volhoudt, maar 't zal ons wat kosten, dat zal het! En dan die verweerde Prins van Oranje die met het muiterrot heult." »Vader!" riep Claudine met zekere ergernis.

Het scheepsvolk had evenveel hekel aan den bootsman als aan Vigors, terwijl Jack, zoowel om zijn stellingen over de rechten van den mensch als om zijn ringelooren van hun twee grootste vijanden, de gunsteling werd van de zeelui, en daar zulke gunstelingen steeds met een bijnaam vereerd worden, noemden ze onzen held Jack Gelijkheid. Negende hoofdstuk.

Maar ja wel, de Let laat zich niet door vreemden ringelooren; hier wil ze wezen, hier, en terwijl zij een raren zijsprong maakt, roept Barend: "O !" en klets! daar valt hij naast de Let voor de versierde deur van de herberg neder. Heeft hij zich erg bezeerd?

Willem ging samen met een werker van Merkelbeek, dien hij op den weg ontmoette, elken morgen naar de mijn van Amstenrade. Dien had hij meegedeeld wat zijn vader thuis was komen vertellen en wat zijn moeder gezegd had. "Laat je niet ringelooren, had de kerel die veel ouder was, hem geraden. Als je maar jenever kon verdragen, zou je ook niet ziek worden van 't gekwijl van zoo'n ouden zeeveraar."

"Och, maar je moest je toch niet zoo door je zaken laten ringelooren, jongelief, wat een dwaasheid!.... Zaken zijn om te leven!.... Niet andersom!.... En dan, kijk 's even aan: wij kennen je nu wel, maar heusch.... héél.... véél.... ándere menschen zullen je heel onbeleefd vinden,.... zullen je kwalijk nemen dat je ze zoo verwaarloost...."

"Wat, Satan, Huib, ben-je behekst? Ik en heb dat niet gezegd!" schreeuwde Jonge Kees. "Ja, ik zal hem ringelooren, dat zal ik!" riep Huib en ging voort met schudden. "Laat me los, laat me los, laat me los!" klonk het thans nog luider uit den mond van den knaap. Huib scheen echter tot bedaren te komen en Jonge Kees, loslatende, zeî hij: Zie-je, zóó, zóó zal ik doen!"

De bottelier, gevolgd door Mesty, die hem als een gevangene bewaakte, verscheen nu met spijzen, zette die gemelijk neer en ging heen. Jack beval Mesty te blijven. "Wel, Mesty, hoe is het in de bodenkamer gesteld?" "'t Is er kompleet oproer, meneer, ze hebben gezworen, dat ze zich niet door ons zullen laten ringelooren, en dat wij beiden morgen de deur uit moeten."